De bio-based economie
biedt grote kansen voor duurzame economische ontwikkeling in Nederland en in
Europa, maar succes is niet gegarandeerd. Op Europees niveau ontbreekt een
stabiel en uitnodigend investeringsklimaat voor bio-based bedrijvigheid. Binnen
Nederland is er behoefte aan een proactief innovatiebeleid, dat de ontwikkeling
van veelbelovende businesscases substantieel versnelt. Dat zijn de belangrijkste
conclusies van de studie 'Tussen gouden bergen en groene business'.
Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het programma Strategy & Change van TNO en het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). De studie laat zien dat het Nederlandse bedrijfsleven zijn sterke kennispositie naar een krachtige internationale concurrentiepositie kan uitbouwen door innovaties te richten op realisatie van een bio-based economie.
Voordat deze 'gouden bergen' zijn verzilverd in groene business zijn er echter nog veel belemmeringen te overwinnen. Het huidige Europese en Nederlandse beleid stimuleert de energiewinning uit biomassa, maar werpt belemmeringen op voor een hoogwaardiger benutting van biomassa. Dat geldt voor het energiebeleid en het klimaatbeleid, maar ook voor het landbouw-, het afval- en het handelsbeleid.
Vier economische sectoren, agrofood, chemie, energie en logistiek, moeten in de bio-based economie met elkaar leren samenwerken. Bijvoorbeeld in nieuwe waardeketens rond bioplastics op basis van (aardappel)zetmeel of houtsnippers, voor hoogwaardige toepassingen in de automobielindustrie, in speelgoed, tapijten en elektronische componenten. Om te kunnen uitgroeien tot succesvolle business zijn doorbraken nodig in bestaande en nieuwe waardeketens. Hieraan wordt hard gewerkt in Europese projecten zoals BioConSept, in landelijke en regionale initiatieven zoals de Green Chemistry Campus en door shared research initiatieven binnen het Topconsortium voor Kennis en Innovatie Bio-based Economy.
Een actief innovatiebeleid is nodig om veelbelovende ontwikkelingen in de bio-based economie substantieel te versnellen. Daar liggen grote uitdagingen voor Europa, de Nederlandse overheid en de topsectoren
Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het programma Strategy & Change van TNO en het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). De studie laat zien dat het Nederlandse bedrijfsleven zijn sterke kennispositie naar een krachtige internationale concurrentiepositie kan uitbouwen door innovaties te richten op realisatie van een bio-based economie.
Voordat deze 'gouden bergen' zijn verzilverd in groene business zijn er echter nog veel belemmeringen te overwinnen. Het huidige Europese en Nederlandse beleid stimuleert de energiewinning uit biomassa, maar werpt belemmeringen op voor een hoogwaardiger benutting van biomassa. Dat geldt voor het energiebeleid en het klimaatbeleid, maar ook voor het landbouw-, het afval- en het handelsbeleid.
Vier economische sectoren, agrofood, chemie, energie en logistiek, moeten in de bio-based economie met elkaar leren samenwerken. Bijvoorbeeld in nieuwe waardeketens rond bioplastics op basis van (aardappel)zetmeel of houtsnippers, voor hoogwaardige toepassingen in de automobielindustrie, in speelgoed, tapijten en elektronische componenten. Om te kunnen uitgroeien tot succesvolle business zijn doorbraken nodig in bestaande en nieuwe waardeketens. Hieraan wordt hard gewerkt in Europese projecten zoals BioConSept, in landelijke en regionale initiatieven zoals de Green Chemistry Campus en door shared research initiatieven binnen het Topconsortium voor Kennis en Innovatie Bio-based Economy.
Een actief innovatiebeleid is nodig om veelbelovende ontwikkelingen in de bio-based economie substantieel te versnellen. Daar liggen grote uitdagingen voor Europa, de Nederlandse overheid en de topsectoren
0 reacties:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.