maandag 31 december 2012

Werkgroep ‘Energie uit Landschap’ opgericht

Tijdens de afgelopen ledenvergadering van de Rijn en IJssel Energie coöperatie is een werkgroep ‘energie uit landschap’ opgericht. De werkgroep werkt aan een regionaal plan om het landschap in Rheden en ruime omgeving te benutten voor duurzame energie uit biomassa.
Concreet gaat de werkgroep werken aan draagvlakonderzoek, voor het winnen van energie uit landschap, onderzoek naar de feitelijke opbrengsten van het landschap in termen van energie en grondstoffen voor bio-based materialen, en een business case met plan van aanpak. In deze case wordt aangegeven op welke wijze het landschap en de behoefte aan (dit type) energie zich kunnen ontwikkelen tot een reguliere markt.
Natuur wordt vaak louter gezien als een kostenpost. Bermen, plantsoenen, parken, lanen, bomen langs wegen: ze moeten allemaal onderhouden worden, terwijl ze – zo is maar al te vaak de gedachte – helemaal niets opleveren. Het tegendeel is echter waar. Uit steeds meer onderzoek blijkt dat natuur de mens allerlei baten levert, bijvoorbeeld in de vorm van houtproductie, voedsel, rust, koolstofvastlegging, recreatieve mogelijkheden, bestuiving, educatie, enzovoorts.
Daarnaast levert het natuurlijk landschap op velerlei manieren energie op. Zo biedt natuur in de gemeente Rheden, dat voor 40 procent uit bosareaal bestaat, onder meer materiaal voor biovergassing, en houtpellets voor verbranding. Maar ook levert het grote areaal aan bos grondstoffen voor bio-based producten (dit zijn producten die afbreekbaar zijn), zoals houten meubelen en papier. Van belang daarbij is dat afzonderlijke groenelementen in de gemeente, zoals plantsoenen, landgoederen, bermen, parken, etc. niet langer op een versnipperde manier worden onderhouden, maar in onderlinge samenhang en gecoördineerd. Bovendien moet er een omslag in het denken tot stand komen: het onderhoud van deze elementen levert geld op, want snoeisel en maaisel zijn niet langer afval dat moet worden afgevoerd, maar dienen als input voor lokale energie en bio-based producten. Constans Pos, contactpersoon van de werkgroep: ‘door het boom- en bermmateriaal lokaal te gebruiken, verbeteren we de landschapskwaliteit, stimuleren we het behoud van ons cultureel erfgoed, besparen we energiekosten voor transport (geen gesleep meer met groenafval), en kunnen we de energie uit het landschap gebruiken om bijvoorbeeld een lokaal zwembad te verwarmen. Leuker kan je het niet krijgen!’
De werkgroep ‘Energie uit Landschap’ gaat werken aan een concreet samenhangend (beheers)plan waarbij groen niet louter als kostenpost wordt gezien, maar ook nadrukkelijk opbrengsten genereert voor de lokale economie. Binnen dit plan komen de verschillende betrokkenen in de gemeente elk tot hun recht komen: aanbieders van groen, overheden, belangengroepen, en vragers naar en consumenten van groene lokale energie en bio-based producten.

vrijdag 21 december 2012

Tussen gouden bergen en groene business

De bio-based economie biedt grote kansen voor duurzame economische ontwikkeling in Nederland en in Europa, maar succes is niet gegarandeerd. Op Europees niveau ontbreekt een stabiel en uitnodigend investeringsklimaat voor bio-based bedrijvigheid. Binnen Nederland is er behoefte aan een proactief innovatiebeleid, dat de ontwikkeling van veelbelovende businesscases substantieel versnelt. Dat zijn de belangrijkste conclusies van de studie 'Tussen gouden bergen en groene business'.
Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het programma Strategy & Change van TNO en het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). De studie laat zien dat het Nederlandse bedrijfsleven zijn sterke kennispositie naar een krachtige internationale concurrentiepositie kan uitbouwen door innovaties te richten op realisatie van een bio-based economie.
Voordat deze 'gouden bergen' zijn verzilverd in groene business zijn er echter nog veel belemmeringen te overwinnen. Het huidige Europese en Nederlandse beleid stimuleert de energiewinning uit biomassa, maar werpt belemmeringen op voor een hoogwaardiger benutting van biomassa. Dat geldt voor het energiebeleid en het klimaatbeleid, maar ook voor het landbouw-, het afval- en het handelsbeleid.
Vier economische sectoren, agrofood, chemie, energie en logistiek, moeten in de bio-based economie met elkaar leren samenwerken. Bijvoorbeeld in nieuwe waardeketens rond bioplastics op basis van (aardappel)zetmeel of houtsnippers, voor hoogwaardige toepassingen in de automobielindustrie, in speelgoed, tapijten en elektronische componenten. Om te kunnen uitgroeien tot succesvolle business zijn doorbraken nodig in bestaande en nieuwe waardeketens. Hieraan wordt hard gewerkt in Europese projecten zoals BioConSept, in landelijke en regionale initiatieven zoals de Green Chemistry Campus en door shared research initiatieven binnen het Topconsortium voor Kennis en Innovatie Bio-based Economy.
Een actief innovatiebeleid is nodig om veelbelovende ontwikkelingen in de bio-based economie substantieel te versnellen. Daar liggen grote uitdagingen voor Europa, de Nederlandse overheid en de topsectoren

maandag 17 december 2012

Biomassa voor energie, kans of valkuil?

Biomassa wordt al dan niet in combinatie met wind, zon en water door veel marktpartijen gezien als de oplossing voor verduurzaming van de energievoorziening. We kunnen biomassa vergisten, vergassen, verbranden, bijstoken en omzetten in vloeibare brandstof. Maar we hebben biomassa ook nodig voor voedsel en als grondstof voor veel productieprocessen. Om het nog gecompliceerder te maken, we kunnen onze grond deels ook gebruiken voor het plaatsen van zonnepanelen en/of windmolens. Laten we de keuzes tussen de opties over aan de invloed van lobbygroepen of zijn we in staat een onderbouwde visie op tafel te leggen?
 
Copyright (c) 2010 Biogas Nieuws and Powered by Blogger.