dinsdag 19 mei 2015

Goedkeuring voor negen nieuwe projecten binnen het Biobased Performance Materials programma

Begin mei heeft de programmaraad Chemistry of Advanced Materials van de Topsector Chemie groen licht gegeven aan negen nieuwe projecten binnen het Biobased Performance Materials (BPM) programma. Wageningen UR Food & Biobased Research zal binnen deze projecten samenwerken met 25 verschillende partners. De onderzoeksprojecten hebben een focus op materialen gemaakt van plantaardige grondstoffen. Zo zal het onderzoek zich onder andere richten op dakbedekking en tapijttegels op basis van 100% biobased bitumen, biobased alternatieven voor digitale printerinkten (2D en 3D) en plaatmaterialen op basis van reststromen uit de natuur.

De projecten, met een looptijd van twee à drie jaar, variëren van onderzoek dat leidt tot de ontwikkeling van concrete eindproducten tot onderzoek naar biobased vervangers met verbeterde en/of nieuwe eigenschappen en de ontwikkeling van nieuwe processen en technologieën voor biobased materialen. Christiaan Bolck, directeur BPM Programma: ‘Het nieuwe projectenpakket laat een grote variatie in projecten en toepassingen zien. Daarmee waarborgt het programma een mooi palet aan verdiepend, technologisch en vernieuwend onderzoek.’

Naast onderzoek naar biobased bitumen, printerinkten en plaatmateriaal zal onderzoek gedaan worden naar biobased alternatieven voor industriële lijmen én naar toepassingsmogelijkheden van compounds gebaseerd op biobased plastic gemaakt van barnsteenzuur. Tevens staat in enkele projecten diepgaander onderzoek naar de toepassing van eerder ontwikkelde biobased bouwstenen centraal. Zo worden de kansen en opschalingsmogelijkheden van isoidide polymeren voor high-performance polyesters verder in kaart gebracht en richt een verdiepend onderzoek naar itacon- en citroenzuur zich op de ontwikkeling van biobased methacrylzuur dat toepasbaar is in harsen en latex.

Biobased polymeren vormen niet alleen een alternatief voor olie gebaseerde producten, maar kunnen ook materialen met verbeterde en geheel nieuwe eigenschappen geven. Denk hierbij aan printerinkten met een betere prestatie, polyurethaan elastomeren met betere waterresistentie en compounds van polymeren met hoogwaardiger eigenschappen. Het pakket aan onderzoeksprojecten wordt gecomplementeerd met onderzoek naar processen en technologieën die de inzet van biobased polymeren in materialen moeten verbeteren. Zo wordt onderzoek gedaan naar de productie van PLA-schuimen middels extrusie en richt een studie naar de compatibiliteit van zetmeel en polyethyleen zich op mogelijkheden voor (barrière) filmblaasapplicaties.

Aan elk van de negen nieuwe BPM-projecten doen twee tot vier industriële partners mee, variërend van grote tot kleine bedrijven uit binnen- en buitenland. Samen met Wageningen UR Food & Biobased Research vormen de partners een breed palet aan partijen afkomstig uit alle onderdelen van de keten: grondstoffen, polymeren, compounds, verwerking, eindproducten en producenten van machines.

maandag 11 mei 2015

Eneco’s biomassacentrale als eerste gecertificeerd voor Better Biomass

Bio Golden Raand, de biomassacentrale van Eneco in Delfzijl, heeft als eerste installatie in de wereld het certificaat Better Biomass verkregen. Certificaten die op basis van de norm NTA 8080 worden afgegeven aan bedrijven die duurzame biomassa produceren, verhandelen of verwerken, heten voortaan Better Biomass. Eneco kreeg op 6 mei in Delfzijl het nieuwe certificaat uit handen van Jorn Bronsvoort, directeur van de certificerende instelling QS Certification. Met dit certificaat laat Eneco zien dat de installatie in Delfzijl, die uit afvalhout duurzame elektriciteit maakt, voldoet aan de eisen voor onder andere de reductie van broeikasgassen, biodiversiteit en milieuaspecten.

Met het verkrijgen van het Better Biomass certificaat completeert Eneco de certificering van de gehele keten voor het verkrijgen en verwerken van biomassa in vaste vorm voor de Delfzijlse installatie. Van Vliet Groep, leverancier van afvalhout bij Bio Golden Raand, en Eneco Energie Trade waren al eerder op basis van NTA 8080 gecertificeerd. Daarmee wordt aangetoond dat het mogelijk is dat de gehele keten van verkrijgen en verwerken van de biomassa aan de strikte eisen van Better Biomass voldoet. Eneco kan daarmee aan haar huishoudelijke en zakelijke klanten laten zien dat de elektriciteit uit Bio Golden Raand aan de normen voor de duurzame productie van groene stroom voldoet.

Eneco heeft met de andere vaste leveranciers van biomassa voor Bio Golden Raand afgesproken dat zij eind 2015 allemaal een Better Biomass certificaat zullen hebben. Dit tot tevredenheid van het Wereld Natuurfonds, waarmee het energiebedrijf een partnerschap heeft. Arjette Stevens, Senior Adviseur Biomassa bij het Wereld Natuurfonds benadrukt het belang van de certificering: ’WNF verwelkomt deze eerste belangrijke stap waarmee Eneco laat zien een voortrekker te zijn in Nederland in het gebruik van echt duurzame grondstoffen voor energieopwekking. We zijn blij dat Eneco kiest voor afvalhout boven het kappen van bomen. Het gebruik van reststromen vermindert de druk op de bossen.’

NEN, het Nederlands Normalisatie instituut, beheert het certificatieschema en begeleidt het huidige herzieningstraject waar de naamswijziging onderdeel van is. NEN is tevreden dat Eneco zich heeft ingezet voor het behalen van het Better Biomass certificaat.

Piet-Hein Daverveldt, algemeen directeur van NEN, over de uitreiking van het eerste certificaat: 'Wij zijn er trots op dat Eneco haar inspanningen voor verduurzaming van de toeleveringsketens bekroont met het behalen van het Better Biomass-certificaat. Het onderstreept eens te meer dat dit certificatiesysteem een zeer bruikbaar instrument is voor bedrijven om aantoonbaar duurzame biomassa in te zetten.'

maandag 4 mei 2015

Wageningen UR zoekt partner voor PPS consumentenacceptatie biobased voedselverpakkingen

Welke wensen hebben consumenten rondom biobased verpakkingen van voedselproducten? En hoe kan dit de positie van een merkproduct versterken? Om die vraag te beantwoorden, is Wageningen UR op zoek naar bedrijven om samen een publiek-privaat samenwerkingsprogramma (PPS) te starten.

‘Biobased verpakkingen bieden voedselproducenten en retailbedrijven kansen om hun producten duurzamer te maken en om hun merk en marktpositie te versterken’, zegt Christiaan Bolck, programmamanager Biobased Materials bij Wageningen UR Food & Biobased Research. ‘Zo heeft Coca Cola een fles op de markt gebracht die deels gemaakt is op basis van suikerriet en zet Danone verschillende biobased verpakkingen in, die onder meer gemaakt zijn op basis van polymelkzuur. Andere bedrijven overwegen deze stap ook te zetten, maar hebben vaak nog veel vragen.’

Om gericht over te schakelen is meer duidelijkheid nodig over de consumentenperceptie van biobased verpakkingen in de foodsector. Op basis daarvan kunnen bedrijven beter gefundeerde beslissingen nemen: Hoe positioneer ik het product in de markt? Welke technische innovatie is nodig om duurzame biobased verpakkingen te ontwikkelen? En hoe draagt de verpakking bij aan oplossingen voor duurzaamheidsissues die consumenten en NGO’s belangrijk vinden?

Het lopende EU-onderzoek Open-Bio lijkt erop te duiden dat consumenten wisselend reageren op verschillende hoeveelheden biobased ‘content’ in de verpakkingen, aldus Marieke Meeusen van LEI Wageningen UR: ‘We zien verschillen tussen de diverse A-merkproducten, maar ook tussen A-merkproducten en huismerken. Het ‘biobased’ verhaal van een product is bepalend voor het beeld dat het oproept bij consumenten. Dit voorlopige onderzoeksresultaat maakt duidelijk dat biobased content in verpakkingen invloed heeft op de perceptie van consumenten en dat er verschillen in perceptie zijn. We weten echter nog niet hoe die verschillen te verklaren zijn en wanneer ze te verwachten zijn. Dat is nog onontgonnen terrein.’

Volgens Meeusen is  een biobased verpakking over het algemeen duurder dan haar niet-biobased equivalent. ‘Daartegenover staat dat biobased verpakkingen meerwaarde hebben. Via consumentenonderzoek willen we vaststellen wat die meerwaarde in de ogen van de consument precies is. Als we dat weten, kunnen bedrijven een betere vertaalslag maken naar de positionering in de markt en de claims waarmee zij hun producten onderbouwen. Ze kunnen dan ook gerichter investeren in technische innovatie en hun communicatie over biobased verpakkingen. Stel dat de klant zichtbare vezels in de verpakking op prijs stelt, dan kun je daar als bedrijf je productieproces op afstemmen.’
 
Copyright (c) 2010 Biogas Nieuws and Powered by Blogger.