donderdag 18 mei 2017

Attero innoveert met productie Substraatcompost

Op 10 mei startte Attero een grote ombouw van zijn vergistings- en composteerfabriek in Venlo. Deze aanpassing maakt de productie van compost met een zeer hoog kwaliteitsniveau mogelijk, namelijk Attero Substraatcompost. Attero introduceert hiermee een nieuw product in zijn BSGproductlijn (biobased substraatgrondstoffen). Het proces om deze kwaliteit te bereiken is uniek in de wereld van de compostproductie uit groente- fruit- en tuinafval (gft).

De afzet van dit nieuwe product is bestemd voor potgrondbedrijven. Zij maken diverse soorten potgronden, waarbij zij specifieke eisen stellen aan de eigenschappen en de kwaliteit van hun grondstoffen, waaronder compost. De grondstoffen waaruit Attero Substraatcompost maakt, zijn aan de bron apart ingezamelde groente-, fruit- en tuinresten. Dit organische materiaal ondergaat een uitgebreid reinigings- en composteringsproces. Daarmee voldoet dit eindproduct aan de hoge eisen die de potgrondbedrijven stellen, waaronder het RHP-certificaat. Dit certificaat verzekert afnemers dat ziektekiemen maximaal zijn afgedood en dat Attero Substraatcompost door een relatief lage zoutbelasting breed toepasbaar is.

Attero heeft het productieproces zelf ontwikkeld. Bij deze innovatie speelt de circulatie van water een wezenlijke rol. De compostfabriek in Venlo is al jaren de bakermat van innovaties die Atterodoorvoert in de techniek van compostering en de gekoppelde vergisting. Aan deze ontwikkeling ging een vierjarig onderzoeksprogramma vooraf. Hierin zijn vele proeven uitgevoerd om het nu  uitontwikkelde verwerkingsproces uitgebreid te testen. Het geproduceerde eindproduct is onderzocht door Wageningen University & Research en door potgrondbedrijven. Attero is nationaal en internationaal gezien de eerste producent, die op industriële schaal deze nieuwe organische grondstof, Substraatcompost, gaat produceren.

Met acht composteer- en vergistingslocaties en fabrieken is Attero marktleider in de verwerking van gft in Nederland. Uit rond 600.000 ton aangeboden gft produceren wij gecertificeerde compost, die afgezet wordt in land- en tuinbouw, potgrond- en opzaksector, groenvoorziening en de grond-, wegen
waterbouw. Binnen Attero’s BSG-productlijn vallen nu Substraatcompost, Potgrondcompost, Pluscompost en Opzakcompost. Attero breidt zijn bijdrage aan de circulaire economie substantieel uit. De ontwikkeling van Attero Substraatcompost voor potgrondbedrijven sluit daar volledig op aan
en levert een positieve bijdrage aan het beperken van de emissie van CO2.

dinsdag 16 mei 2017

Er zit een raar luchtje aan biogas

Onder druk van de gaslobby en de overheid stapt de Nederlandse transportsector over op een nieuwe brandstof: Liquefied Natural Gas, ofwel vloeibaar aardgas. LNG wordt gezien als een tussenoplossing voor de overstap op biogas. Platform Authentieke Journalistiek ontdekte echter dat dat helemaal niet haalbaar is. De LNG-lobby weet dit, maar heeft goede redenen om het te negeren. In een brief aan het Ministerie van Economische Zaken in februari 2014 geeft het LNG Platform aan dat verdere verduurzaming nodig is als Nederland haar klimaatdoelstellingen wil behalen. De manier waarop LNG hieraan kan bijdragen, zo stelt de sector, is door de ontwikkeling van een biologische productie van aardgas.

donderdag 11 mei 2017

KLM en TU Delft slaan handen ineen voor duurzame luchtvaart

De TU Delft tekende dinsdag voor deelname aan het Corporate BioFuel Programma van KLM. De universiteit faciliteert hiermee het gebruik van duurzame biobrandstoffen in de zakelijke reizen van haar medewerkers. TU Delft doet onderzoek naar biobrandstoffen in de luchtvaart en met deelname aan het programma wil zij een actieve bijdrage leveren aan het operationeel inzetten van milieuvriendelijkere vliegtuigbrandstof.  Met het Corporate BioFuel programma wil KLM de markt voor duurzame biobrandstoffen stimuleren, met als uiteindelijk doel de CO2- uitstoot terug te dringen.

Door deelname aan het Corporate BioFuel Programma kan de TU Delft de CO2-uitstoot van vliegreizen van zakelijke vluchten van haar medewerkers met zo’n 10% per vlucht reduceren. De investering van de partners van het CBP wordt door KLM gebruikt om het prijsverschil met duurzame biobrandstof te overbruggen. Biobrandstof is momenteel drie keer duurder dan traditionele kerosine. KLM wil met haar partners binnen het programma de productie van biobrandstof verder op gang brengen en de prijs op een aanvaardbaar marktniveau krijgen.

Tim van der Hagen, voorzitter College van Bestuur TU Delft:” Met de toetreding aan het Corporate Biofuel programma wil de TU Delft het belang van een duurzame luchtvaart onderstrepen. Naast  ons onderzoek naar duurzame biobrandstoffen zoals de ontwikkeling van biojet fuels, vinden we het ook belangrijk dat onze medewerkers zo duurzaam mogelijk reizen.”

KLM voert momenteel als enige Europese luchtvaartmaatschappij intercontinentale vluchten uit (deels) met duurzame biobrandstof. De luchtvaartmaatschappij wil haar CO2-uitstoot met 20 procent verminderen in 2020 (t.o.v. 2011), naast de inzet van duurzame biobrandstof zijn innovatie, vlootvernieuwing en efficiëntere vluchtuitvoering de middelen om dit te bereiken. Andere partners van het Corporate BioFuel Programma zijn: ABN AMRO, Accenture, FrieslandCampina, Gemeente Amsterdam, Loyens & Loeff, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, PGGM, en de Schiphol Groep.

KLM koopt alleen biobrandstof in die gemaakt is van grondstoffen die geen negatieve impact hebben op de biodiversiteit en/of voedselproductie. Deze duurzame biobrandstoffen worden ingekocht via SkyNRG en zijn getoetst door de SkyNRG Sustainability Board. SkyNRG is gecertificeerd door de Roundtable of Sustainable Biomaterials (RSB).







maandag 8 mei 2017

Nieuwe certificering voor duurzame biomassa

NEN heeft het geactualiseerde Better Biomass certificatieschema gepubliceerd. Het geactualiseerde schema is niet alleen van toepassing op bio-energie, maar ook op biobased producten. De biobased economie is een opkomende economie, waar op fossiele brandstoffen gebaseerde grondstoffen worden vervangen door op biomassa gebaseerde grondstoffen. Gebruik van biomassa heeft in potentie grote milieu- en sociaaleconomische voordelen.

vrijdag 5 mei 2017

Greenchoice maakt stroomnet stabiel met biogas

Peeeks en duurzame energieleverancier Greenchoice slaan de handen ineen met een nieuw sturingssysteem waarin biogasinstallaties, meestal gevestigd bij agrariërs op het erf, ingezet worden om het landelijke stroomnet stabiel te houden. Het systeem, ook wel te verstaan als Bioflex, maakt gebruik van een samenwerking met TenneT om de frequentie van het landelijke stroomnet in balans te houden. Dit alternatief maakt traditionele ‘energie-opwekcentrales’ overbodig. Door het duurzame aspect van de kleinere installaties zal Bioflex de groei van groene energie in Nederland bevorderen.

De landelijke behoefte aan stroom is niet altijd hetzelfde. Daarnaast ontstaan er door de stijging in (weersafhankelijke) zon- en windenergie meer tekorten en overschotten op het stroomnet, in de vorm van frequentieverandering. Het is van belang dat vraag en aanbod zo goed mogelijk op elkaar worden afgesteld. Tot nu toe werden deze tekorten en overschotten bijgestuurd met vervuilende gas- en kolencentrales.

Het is de taak van TenneT, samen met andere Europese netbeheerders, om het algehele stroomnet stabiel en veilig te houden. Om dit continu te realiseren, moeten huidige fossiele centrales altijd op standby draaien. Bioflex speelt hier als duurzaam alternatief slim op in, zodat er efficiënter gebruik kan worden gemaakt van de energieproductie.

TenneT heeft de verantwoordelijkheid om de frequentie van het landelijke stroomnetwerk te sturen. Zij zoeken naar nieuwe mogelijkheden voor het balanceren van de energieproductie. Bioflex is één van de vier innovatieve projecten die in 2017 de kans krijgen om te bewijzen dat ook kleinere installaties samen een zeer goede stabiliteit kunnen regelen. De huidige deelnemers van Bioflex, tientallen agrariërs en veehouderijen, ontvangen een kastje dat de vergistingsinstallatie korte tijd iets harder of zachter laat draaien als de netfrequentie uit balans is. Deze biogasinstallaties helpen aanbod van zon- en windenergie in Europa te stroomlijnen en ontvangen hiervoor een voordelige vergoeding. Het voordeel voor de producent is een stabielere en betere omzet, terwijl de productie gemiddeld niet verandert. Ook is de individuele beschikbaarheid flexibel in te zetten en gebeurt het bijsturen volledig automatisch, zodat de deelnemers er geen omkijken naar hebben.

Het Bioflex systeem zorgt ervoor dat traditionele ‘energie-opwekcentrales’ in de toekomst helemaal niet meer nodig zijn: noch voor energieproductie, noch voor systeemdiensten zoals frequentiesturing. Dit is een grote stap op weg naar een duurzamer Nederland met 100% groene energie.

donderdag 4 mei 2017

Biomassa beste duurzame alternatief voor stoomproductie

De stoomvoorziening voor de agro en food en de chemische industrie is vooralsnog grotendeels gevoed door aardgas. Desondanks overwegen steeds meer bedrijven duurzame alternatieven voor gasgestookte stoomketels. Een aantal stoomexperts boog zich over de vraag welke alternatieven er bestonden voor stoomproductie met behulp van aardgas. De inzet van biomassa biedt de grootste kansen, maar dan blijft subsidie wel nodig.

woensdag 3 mei 2017

Zeewier heeft grote potentie als bron van biomassa

Biomassa uit de Nederlandse wateren, zoals zeewier, blijkt in 2035 maar liefst 53 PJ aan primaire energie te kunnen leveren. Dit is 26% het totale Nederlandse biomassapotentieel. Dat blijkt uit een studie van DNV GL naar het potentieel van biomassa in Nederland tot 2035. Daarmee kan de zeewierteelt een belangrijke bijdrage leveren aan CO2-reductie en het behalen van de Nederlandse klimaatdoelstellingen. Gasunie en Natuur & Milieu verkennen samen de mogelijkheden voor het vergroenen van de Nederlandse economie en zijn aangenaam verrast door de potentie die zeewier blijkt te hebben om hier een bijdrage aan te kunnen leveren.

Met de studie van DNV GL is voor het eerst een uitgebreide analyse gemaakt van het potentieel van biomassa. De studie laat zien dat in Nederland in 2035 in totaal circa 203 PJ aan biomassa beschikbaar kan zijn voor de productie van groen gas. Zeewier blijkt hierin het grootste aandeel  te hebben. Als bron voor hernieuwbare energie biedt het onder andere als voordeel dat het niet met voedselgewassen en landbouwgrond concurreert. Daarnaast vangt het nutriëntenuitstroom van landbouwactiviteiten op in de zee en biedt deze nieuwe sector innovatieve kansen voor de Nederlandse economie. Naast zeewier noemt de studie ook afvalhout en agrarische reststromen als potentiele biomassabronnen.

Zeewierteelt staat nu nog in de kinderschoenen. Om het potentieel van zeewier te ontsluiten, is een krachtig innovatieprogramma nodig. Hierbij moet zowel gekeken worden naar de meest efficiënte ontwikkeling van de teelt, als naar de beste opties om het gewas optimaal te gebruiken. Via het proces van zogenoemde cascadering kan zeewier optimaal worden gebruikt. Hierbij worden eerst de hoogwaardige componenten zoals eiwitten en suikers gewonnen voor diverse (industriële) toepassingen. Daarna kan bovendien groen gas worden geproduceerd als duurzame vervanger voor aardgas.
 
Copyright (c) 2010 Biogas Nieuws and Powered by Blogger.