donderdag 28 september 2017

Moties tegen biogasinstallatie Haaften

De besluitvormende raadsvergadering in Neerijnen van donderdag 21 september stond in het kader van de mogelijke komst van biomassamestvergistingsinstallatie in de gemeente Neerijnen. Drie partijen dienden moties in tegen het principeverzoek. PvdA en Voor Neerijnen kwamen tezamen met een motie, terwijl ook Gemeentebelangen met een motie kwam. Petra van Kuilenburg liet hierin een duidelijk geluid horen dat zij een dergelijke installatie in de gemeente geheel uitsluit en hierin niet bereid is concessies te doen.

woensdag 27 september 2017

Paul De Bruycker nieuwe voorzitter CEWEP

Op 12 september is Paul de Bruycker (Indaver) benoemd tot nieuwe voorzitter van CEWEP, de Europese koepelorganisatie van de waste-to-energy-branche. Hij is opvolger van de oprichter van CEWEP, Ferdinand Kleppmann van de Duitse brancheorganisatie ITAD. Kleppmann is ruim 15 jaar voorzitter van CEWEP geweest. 

"Meer dan ooit, speelt waste-to-energy een belangrijke rol in het realiseren van duurzaam afvalmanagement. Waste-to-energy houdt zich niet alleen bezig met het omzetten van niet-recyclebaar afval in energie en waardevolle grondstoffen, het speelt ook een cruciale rol in de transitie naar de circulaire economie", zei De Bruycker tijdens de receptie waar het vijftienjarig bestaan van CEWEP werd gevierd.

Op hetzelfde moment werden twee plaatsvervangend voorzitters herbenoemd: Filippo Brandolini van de Italiaanse brancheorganisatie Utilitalia en Michiel Timmerije van de Vereniging Afvalbedrijven. Nieuwe plv voorzitters zijn Hubert de Chefdebien van de Franse SVDU, Jacob Simonsen van de Deense brancheorganisatie en Carsten Spohn van het Duitse ITAD.

woensdag 20 september 2017

Hernieuwbare energie door monomestvergisters

Minister Kamp van Economische Zaken heeft 150 miljoen euro toegekend voor de realisatie van monomestvergisters op boerderijen. Met een monomestvergister is het mogelijk mest om te zetten in hernieuwbare energie zoals groen gas, elektriciteit of warmte. De vergisters, goed voor  het energieverbruik van in totaal 11.000 huishoudens, leveren een bijdrage aan de doelstelling van 14% hernieuwbare energie in 2020. Dit schrijft de minister vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Minister Kamp: ‘Het kabinet heeft aangegeven dat in 2050 de CO2-uitstoot tot bijna nul moet zijn gereduceerd. Met de realisatie van monomestvergisters slaan we meerdere vliegen in één klap. We voorkomen broeikasgasemissies uit mest, hetgeen bijdraagt aan het verminderen van de CO2 uitstoot. Daarnaast zijn we in staat mest in te zetten voor de productie van hernieuwbare energie wat bijdraagt aan het doel om in 2020 14% hernieuwbare energie te realiseren. Een gemiddelde vergister biedt voldoende gas en elektriciteit voor ongeveer 90 huishoudens.’

De Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) stimuleert bedrijven bij het produceren van duurzame energie tegen een zo laag mogelijke prijs. Minister Kamp heeft een aparte tender opengesteld voor monomestvergisters om een kostenreductie te bewerkstelligen. De tender, die eind 2016 is aangekondigd, laat zien dat de sector inderdaad verwacht dat de kostprijs kan dalen naar 12,5 cent per kWh, op dit moment is de kostprijs nog boven de 20 cent per kWh en daarmee duurder dan veel andere hernieuwbare energieopties.

dinsdag 19 september 2017

Vlaamse biogassector behaalt doelstelling voor 2020 al in 2016

Op jaarlijkse basis brengt Biogas-E via een voortgangsrapport een overzicht van de huidige toestand en de verwachtingen voor anaerobe vergisting in Vlaanderen. Het voortgangsrapport 2017, met cijfers uit de biogassector over 2016, werd begin september gepubliceerd. Eén van de belangrijkste bevinden is dat de groene stroomproductie uit biogas voor het eerst stijgt boven de subdoelstelling voor groene stroom uit biogas tegen 2020 en dit terwijl het aantal grootschalige installaties gelijk bleef. Het aantal kleinschalige biogasinstallaties daalde in 2016 van 76 naar 61 installaties.

maandag 18 september 2017

Hoe deze pluimveehouder energieneutraal wordt

De pluimveehouderij van Niels Katier in het Overijsselse Ambt Delden moet helemaal energieneutraal worden. De stroom komt al van zonnepanelen, maar het gasverbruik is de echte uitdaging. Dat zegt Katier in een interview met de website Boerenbusiness. "Een paar keer per jaar krijgen we nieuwe kuikens en dan moeten onze stallen warm worden gestookt. Dat kost behoorlijk wat gas. Daarom ligt onze uitdaging vooral in het terugdringen van het gasverbruik. Op het moment ben ik bezig om te onderzoeken of biogas een duurzaam alternatief zou kunnen zijn. De volgende vraag is echter: hoe kan dat biogas naar mijn stallen worden getransporteerd?”

woensdag 13 september 2017

Inzet alternatieve brandstoffen Nederlandse transportsector in een impasse

Het gebruik van alternatieve brandstoffen in het Nederlandse goederentransport over de weg komt nauwelijks van de grond, terwijl Nederland in transport en logistiek ver achter loopt bij de Europese CO2-doelstellingen. Een netwerk van tankstations voor alternatieve brandstoffen is nog in prille ontwikkeling en bij lange na niet op het niveau van fossiele brandstoffen. Ook is er grote twijfel bij transporteurs of de alternatieve brandstoffen voor lange tijd, op voldoende locaties en tegen een constante prijs te verkrijgen zijn. Dit leidt tot een impasse: transportbedrijven investeren hierdoor nauwelijks in alternatieve brandstoffen en door de aantrekkende economie kiezen zij nu voor snelle uitbreiding van hun vervoerscapaciteit op basis van fossiele brandstoffen. Om deze impasse te doorbreken is snel regulering noodzakelijk die zekerheid biedt over de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en betaalbaarheid van alternatieve brandstoffen.

Dat zeggen ING, TVM verzekeringen en onderzoeksbureau Panteia in een gezamenlijk opgestelde sectorstudie.

Om te voldoen aan de afspraken uit het Akkoord van Parijs heeft de Europese Unie voor haar lidstaten doelstellingen opgesteld over het terugdringen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Gemeten naar de prestatie in alle sectoren gezamenlijk ligt Nederland op schema voor wat betreft de reductie van broeikasgassen. Echter, de transport- en logistieksector blijft ver achter op deze doelstelling van CO2-reductie. Een snelle overgang naar alternatieve brandstoffen in de sector is daarom noodzakelijk om aan de strenge doelstellingen te kunnen voldoen.

Om de impasse waar de transport en logistiek-sector in is beland te doorbreken is snel meer overheidsregulering vereist. Omdat ieder vervoerssegment een specifieke eigen oplossing vraagt, kan de overheid sturen en duidelijkheid scheppen door voor elk segment een keuze voor te schrijven die het beste werkt om verduurzaming te realiseren. Zo is in de steden elektrisch rijden het beste alternatief omdat stedelijk vervoer schone en stille voertuigen vereist. Momenteel voldoen alleen elektrische voertuigen aan deze kwalificaties. Voor het binnenlandse vervoer is biobrandstof het beste alternatief in de overgang naar elektrisch, omdat bij elektrisch actieradius en vermogen zich nog verder moeten ontwikkelen.

Daarnaast zijn voor het internationale vervoer en zwaar transport biobrandstoffen (en uiteindelijk waterstof) de beste optie gezien de benodigde grote volumes en actieradius.

Tot slot moet de huidige praktijk van het bijmengen van bio- in fossiele brandstoffen gestopt worden voor die vervoersstromen waar nu al betere alternatieven voorhanden zijn. Want het verplichten van bijmengen werkt daar het nemen van grote stappen in verduurzaming tegen, namelijk het investeren in een goed netwerk aan biofuel pompstations, elektrische laadpunten en aangepaste voertuigen.
Aardgas momenteel meest ingezet als alternatief

In totaal werd  in Nederland begin 2017 nog maar 900 van de 196.000 vrachtvoertuigen met een gewicht hoger dan 3,5 ton aangedreven door een alternatieve brandstof (een brandstof anders dan diesel, benzine, LPG en dual fuel). Vrachtvoertuigen die rijden op aardgas (CNG en LNG) zijn – gezien de gebruiksaantallen – momenteel het meest ingezette alternatief. Er rijden nu ruim 500 voertuigen op CNG, wat 60% is van de alternatieven, en bijna 300 (31%) op LNG. Vrachtvoertuigen op elektriciteit zijn er nauwelijks. In Nederland rijden nog geen 70 (8%) van dit soort voertuigen. Slecht 6 (0,7%) vrachtvoertuigen rijden op waterstof en vrachtvoertuigen die rijden op alcohol sluiten de rij met maar 3 (0,3%) exemplaren. Ten opzichte van 5 jaar geleden zijn de aantallen vrachtvoertuigen die alternatief worden aangedreven nauwelijks toegenomen. Dit geeft aan dat er voor de Nederlandse transport- en logistieksector nog een inhaalslag te maken is op verduurzaming.

dinsdag 12 september 2017

'Het is donker, bruin, het borrelt en ik denk dat het vreselijk stinkt'

Een biogasvergister die behalve groen gas ook groen CO2 levert. Vandaag opende het bedrijf Groen Gas Almere officieel de gaskraan. Verslaggever Martijn de Rijk volgde het complete proces, van poep met schillen tot superschoon biogas. Frank de Bruijn, directeur van Groen Gas Almere, legt uit wat de startcomponenten zijn: 'Bietpunten, graan- en maisresten die niet meer voor de voedingsmiddelenindustrie geschikt zijn, maar ook niet meer geschikt zijn als voedsel voor dieren.'

vrijdag 8 september 2017

Luierrecycling door ARN is klimaatonvriendelijk

Na eerdere mislukte pogingen begin deze eeuw in Arnhem gaat de Gelderse afvalenergiecentrale ARN luierrecycling nieuw leven inblazen. Het zou het volgende initiatief zijn in het circulair maken van de Nederlandse afvalsector. Als alle Nederlanders hun luiers en incontinentiemateriaal inleveren om te laten recyclen, is de recyclingquote 5 procent hoger. Leidde het vorige initiatief tot papierpulp en kunststof, nu zou recycling van luiers en incontinentiemateriaal ook moeten leiden tot biogas, waar weer groene energie uit te krijgen is. In dit procedé moet eerst heel veel restwarmte uit de afvalcentrale gebruikt worden om er een beetje energie in de vorm van biogas voor terug te krijgen. De bewering dat daarmee een belangrijke CO2-besparing wordt gerealiseerd, is dan ook onjuist.

donderdag 7 september 2017

Meerlanden en HVC slaan handen ineen

Het gaat goed met het scheiden van groente-, fruit- en tuinafval en etensresten (gft). In 2016 is substantieel meer gft ingezameld, bij HVC 9 procent en bij Meerlanden 8 procent. Het aanbod groeit in belangrijke mate dankzij de inzet van inwoners in de inzamelgebieden van Meerlanden en HVC. HVC en Meerlanden investeren daarom in een capaciteitsuitbreiding van de groene energiefabriek in Middenmeer met een extra verwerkingscapaciteit van 28.000 ton. Beide partijen hebben hiervoor een intentieovereenkomst gesloten.

De installatie in Middenmeer beschikt straks na uitbreiding over vier vergistingslijnen in plaats van drie en over een gasfabriek die het biogas, dat wordt gemaakt uit het gft en etensresten, opwerkt. Het biogas wordt daarna omgezet in groen gas en ingevoerd op het openbare Nederlandse gasnet voor gebruik door huishoudens en gastankstations in het hele land. Zo kunnen door gft woningen worden verwarmd, kan op gas worden gekookt en rijden (vracht)auto’s op biogas, waaronder inzamelvoertuigen van Meerlanden.

Gft en etensresten zijn de moeite waard om goed te scheiden. Eén volle groene container van 140 liter levert genoeg groen gas op om 21 dagen van te koken en bijna een dag je huis mee te verwarmen. Daarnaast levert het vijftien tot twintig kilo compost op. Als groene grondstof kan gft de basis zijn voor meer producten. Meerlanden en HVC gaan gezamenlijk onderzoek doen naar de technologie van morgen, biobased economy. Meerlanden en HVC gaan gezamenlijk onderzoek doen naar de technologie van morgen, de biobased economy, en bundelen hun kennis op weg naar innovaties in gft-verwerking.

woensdag 6 september 2017

De toekomst van schone brandstof: biologisch, synthetisch of schoon fossiel?

Om verdere klimaatverandering te kunnen minimaliseren zullen we de overstap moeten maken van fossiele naar schone brandstoffen. Maar zonne- en windenergie alleen is niet genoeg, stellen zowel prof. dr. Martin Junginger als prof. dr. Gert Jan Kramer in hun inaugurale redes. Waar Junginger pleit voor duurzame biomassa en een biobased economy, kijkt Kramer met een beschouwende blik naar de toekomst van schone energie en schone brandstoffen. Ze spreken hun oraties uit op 8 september om 16:15 in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht.

Zonne- en windenergie winnen op flinke snelheid terrein in de particuliere energiemarkt. Maar op andere vlakken, zoals de zware industrie of de luchtvaartsector is elektriciteit geen geschikte energiebron. Zowel prof. dr. Martin Junginger als prof. dr. Gert Jan Kramer gaan in hun inaugurale redes uit van de noodzaak dat deze sectoren nog lang koolwaterstoffen nodig zullen hebben als energiedrager en als grondstof. Omdat er emissies in het licht van de klimaatuitdaging moeten worden uitgefaseerd, beschouwen zij de alternatieven: biologisch, synthetisch en schoon fossiel.

Prof. dr. Martin Junginger betoogt dat biomassa een goed alternatief kan zijn om materialen en energie te produceren. Echter: het verbouwen van biomassa kost vaak landbouwgrond, en die is schaars. Junginger stelt daarom dat efficiënte en duurzame productie van biomassa cruciaal is, maar roept tegelijkertijd ook op tot een bredere discussie over het gebruik van landbouwgrond en de optimale inzet van biomassa. Het heeft immers weinig nut om enkel duurzaamheidscriteria voor de productie van biomassa voor energie te hanteren, als ruim driekwart van de mondiale landbouwgrond voor luxeproducten als rundvlees gebruikt wordt, en deze niet duurzaam geproduceerd hoeven te worden.

Junginger illustreert dit als volgt: Met het land dat gemiddeld nodig is voor de productie van één kilo rundvlees zou je ook twintig kilo bioplastics kunnen maken, die je na gebruik ook nog eens kunt gebruiken voor de productie van biobrandstof om daarmee van Utrecht naar Brussel te rijden. De optimale inzet van biomassa vergt slimme keuzes, die Junginger de komende jaren verder wil onderzoeken.

Prof. dr. Gert Jan Kramer onderkent de toekomstige rol van biomassa, maar denkt, net als Junginger, niet dat er voldoende biomassa beschikbaar zal zijn om alleen daarmee een CO2-vrije samenleving kunnen creëren. We hebben daarom meer alternatieven nodig. Kramer beschrijft in zijn oratie de twee mogelijkheden die het meeste perspectief bieden. De eerste is koolstof-afvang en opslag (CCS), waarin Utrecht een lange onderzoekstraditie heeft, maar wat momenteel gezien wordt als een method of last resort. De andere mogelijkheid zijn zogenaamde Solar Fuels, synthetische brandstof die gemaakt kan worden met zonne- en windenergie. Die zijn evenwel technisch nog ver weg.

De centrale observatie van Kramer is ‘technology wins’. Wanneer de technologie er niet is, gebeurt er niks, hoezeer we het ook zouden willen. Maar wanneer de technologie er wel is, dan creëert technologie markten en kan het energieprobleem worden aangepakt. De drie, technisch zeer verschillende opties voor alternatieve brandstof, zijn ieder op een andere wijze beperkt: bio-energie wat schaal betreft, CCS wat acceptatie betreft en Solar Fuels zijn technisch nog niet beschikbaar. Deze situatie houdt de maatschappelijke besluitvorming op. Met zijn hoogleraarschap probeert Kramer hierin verandering te brengen opdat technology can win.

maandag 4 september 2017

Gemeente Midden-Groningen i.o. rijdt nu ook op Groengas

Wethouder Oetra Gopal van de gemeente Hoogezand-Sappemeer en Carl Holthausen presenteren 5 september de eerste gemeentelijke bedrijfsauto Midden-Groningen i.o. die rijdt op groen gas. Dit is een volledig duurzame energiebron. Groengas is de duurzame versie van aardgas en wordt gemaakt door biogas op te waarderen tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas. Groengas wordt schoon geproduceerd en is hernieuwbaar.

vrijdag 1 september 2017

'Biomassa als organische brandstof is in elke vorm grotere vervuiler dan andere vormen fossiele energie'

Wim Turkenburg stelt dat Jan Terlouw een te optimistische visie heeft op het bereiken van hernieuwbare energiedoelen. Want 'Nederland beschikt niet over bergen en heeft daarom nauwelijks waterkracht. Ook hebben we weinig grond voor het telen van energiegewassen. Grootschalige winning van energie uit biomassa lijkt daarom niet mogelijk, tenzij we deze biomassa duurzaam uit het buitenland kunnen halen.' Dat klopt, maar bij biomassa slaat hij de plank mis. Biomassa als organische brandstof is in elke vorm een grotere vervuiler dan andere vormen van fossiele energie. Want zowel met hout (biomassa) als met zaagsel wordt per opgewekte eenheid energie of warmte veel meer CO2 uitgestoten dan met aardgas of steenkool.
 
Copyright (c) 2010 Biogas Nieuws and Powered by Blogger.