Heijmans heeft van Waterschap De Dommel de gunning ontvangen voor ontwerp,
realisatie en onderhoud van een Energiefabriek, ter plaatse van de
rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Tilburg. Het doel is om het
zuiveringsslib uit het hele beheersgebied van de Dommel op de economisch meest
gunstige manier te verwerken, de rioolwaterzuivering energieneutraal te kunnen
uitvoeren en biogas extern te verkopen. De contractwaarde bedraagt € 31 miljoen.
De contractvorm gaat uit van een integrale aanbieding waar ontwerp,
realisatie en 15 jaar onderhoud deel van uitmaken. De aanbieding is op basis van
EMVI-criteria (Economisch Meest Voordelige Inschrijving) beoordeeld. Centraal
binnen de aanbieding stond het beste economische resultaat voor de
energiefabriek over een periode van 10 jaar; Total Cost of Ownership (TCO).
Daarnaast speelden energetisch rendement, hulpstoffenverbruik,
nutriëntenterugwinning, robuustheid en de kwaliteit van het plan van aanpak een
belangrijke rol. Op alle beoordelingscriteria heeft Heijmans goed gescoord, maar
het bedrijf heeft zich ten opzichte van de overige aanbiedingen het meest
onderscheiden op TCO. De maximale terugverdientijd van het project was gesteld
op 10 jaar, met het ontwerp van Heijmans komt het project hier ruim onder.
De realisatiefase loopt van november 2012 tot maart 2014, waarna de
onderhoudsperiode van 15 jaar ingaat. Met de komst van de Energiefabriek wordt
de gehele RWZI Tilburg energieneutraal. Waterschap De Dommel voldoet hiermee aan
een deel van haar doelstelling van de MJA-3 en het klimaatakkoord.
Het
project sluit aan bij de ambitie van Heijmans om innovatieve en geïntegreerde
projecten vanaf ontwerp tot en met onderhoud en beheer uit te voeren in de markt
van duurzame energie. De aanbieding is tot stand gekomen door goede analyse van
de klantvraag, met als resultaat een geïntegreerde aanpak van Heijmans. Deze
vergt een intensieve samenwerking tussen alle civiele disciplines binnen het
bedrijf om de benodigde innovatieve technieken te kunnen toepassen. Heijmans
heeft voor haar aanbieding samengewerkt met MWH als ontwerpend adviesbureau.
vrijdag 27 april 2012
dinsdag 24 april 2012
Subsidie voor wilgenhoutteelt
Op het terrein de voormalige kartonfabriek De Eendracht in Appingedam worden wilgenbomen geplant waarvan het snelgroeiende hout wordt gebruikt als brandstof in een houtketel. Naar dit idee wordt een haalbaarheidsonderzoek verricht dat een subsidie van de Provincie Groningen krijgt van 24.800 euro in het kader van het Biomassa Actieplan Groningen. Doel van het onderzoek is om te kijken of de te saneren grond van het oude fabriekterrein geschikt gemaakt kan worden voor wilgenhout teelt en of het daarnaast ook een toegevoegde landschappelijke waarde heeft.
maandag 23 april 2012
Reststromen in akkerbouw getest op duurzaamheid
Akkerbouwers zetten in toenemende mate reststoffen in op hun bedrijf. Het is echter onduidelijk hoe duurzaam dergelijke stoffen uiteindelijk voor de akkerbouw zijn. In het praktijknetwerk Resttest XL gaan akkerbouwers in Flevoland het aanbod van reststromen testen op duurzaamheid, in nauwe samenwerking met reststofproducenten, de voedingsindustrie en waterschappen.
Reststoffen uit de voedingsindustrie, uit vergisters of van composteerders worden steeds meer ingezet in de akkerbouw. Het gaat dan bijvoorbeeld om fosfaat en kali uit reststromen om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. Het idee erachter is om zoveel mogelijk ‘bijproducten’ nuttig te recyclen. ‘Bij onze zoektocht krijgen we steeds meer te maken met collega´s die proberen fosfaat en kali uit reststromen in te zetten. Dat klinkt sympathiek, maar wij willen zeker weten dat dit wel degelijk duurzaam is en niet alleen duurzaam lijkt’, stelt één van de telers. ‘Wij willen niet naar slechts één criterium kijken, maar onze maatregelen treffen op basis van 10 duurzaamheidscriteria waar we ons aan hebben verbonden. We willen achterhalen wat de voordelen voor de landbouw zijn maar ook wat de nadelen en risico´s zijn. Is er bijvoorbeeld bij reststromen in vergelijking met kunstmest een verhoogd risico op uitspoeling waardoor de waterkwaliteit verslechtert?
Samen met reststofproducenten, leveranciers en waterschappen gaat het praktijknetwerk het aanbod van reststromen onderwerpen aan een ‘resttest’. “We gaan er daarbij van uit dat niet de stof alléén bepalend is voor de duurzaamheid maar vooral ook de toepassing in bedrijfsverband ” licht projectleider Chris Koopmans van het Louis Bolk Instituut toe. “Je moet zorgvuldig afwegen en testen hoe duurzaam reststromen zijn, en hoe je die optimaal kunt inzetten. Het gaat dan om de techniek om die reststof toe te dienen en ook om de juiste timing. Zo voorkom je dat je, met alle goede bedoelingen vooraf, uiteindelijk meer kwaad dan goed doet bij het recyclen van reststoffen.”
Het netwerk Resttest XL gaat daar op de bedrijven mee aan de slag en betrekt de keten erbij: leveranciers, afnemers verenigd in de Stichting Veldleeuwerik, en waterschappen die belang hebben bij schoon water.
Reststoffen uit de voedingsindustrie, uit vergisters of van composteerders worden steeds meer ingezet in de akkerbouw. Het gaat dan bijvoorbeeld om fosfaat en kali uit reststromen om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. Het idee erachter is om zoveel mogelijk ‘bijproducten’ nuttig te recyclen. ‘Bij onze zoektocht krijgen we steeds meer te maken met collega´s die proberen fosfaat en kali uit reststromen in te zetten. Dat klinkt sympathiek, maar wij willen zeker weten dat dit wel degelijk duurzaam is en niet alleen duurzaam lijkt’, stelt één van de telers. ‘Wij willen niet naar slechts één criterium kijken, maar onze maatregelen treffen op basis van 10 duurzaamheidscriteria waar we ons aan hebben verbonden. We willen achterhalen wat de voordelen voor de landbouw zijn maar ook wat de nadelen en risico´s zijn. Is er bijvoorbeeld bij reststromen in vergelijking met kunstmest een verhoogd risico op uitspoeling waardoor de waterkwaliteit verslechtert?
Samen met reststofproducenten, leveranciers en waterschappen gaat het praktijknetwerk het aanbod van reststromen onderwerpen aan een ‘resttest’. “We gaan er daarbij van uit dat niet de stof alléén bepalend is voor de duurzaamheid maar vooral ook de toepassing in bedrijfsverband ” licht projectleider Chris Koopmans van het Louis Bolk Instituut toe. “Je moet zorgvuldig afwegen en testen hoe duurzaam reststromen zijn, en hoe je die optimaal kunt inzetten. Het gaat dan om de techniek om die reststof toe te dienen en ook om de juiste timing. Zo voorkom je dat je, met alle goede bedoelingen vooraf, uiteindelijk meer kwaad dan goed doet bij het recyclen van reststoffen.”
Het netwerk Resttest XL gaat daar op de bedrijven mee aan de slag en betrekt de keten erbij: leveranciers, afnemers verenigd in de Stichting Veldleeuwerik, en waterschappen die belang hebben bij schoon water.
woensdag 18 april 2012
Rijkswaterstaat wil biomassa beter benutten
Het areaal van Rijkswaterstaat produceert heel wat biomassa in de vorm van bermmaaisel, gras en snoeihout. Meestal wordt het als afval afgevoerd door aannemers. Rijkswaterstaat inventariseert momenteel hoeveel en welke biomassa er wordt geproduceerd en welke toepassingen het materiaal zou kunnen krijgen. Het onderzoeksinstituut Deltares ontwikkelt mogelijke nieuwe verdienmodellen voor Rijkswaterstaat en kijkt daarbij ook naar biomassa.
Rijkswaterstaat moet nu nog betalen om de biomassa te laten afvoeren. Daarom wordt gezocht naar een win-winsituatie waarbij de bermen beter worden benut en de beheer- en onderhoudskosten afnemen. Een aannemer kwam zelf een alternatief voor het maaien en afvoeren van bermafval. De bermen worden beplant met snelgroeiende bomen. Als er bomen staan, groeit het gras minder hard en hoeft er minder vaak te worden gemaaid. Het hout van de bomen kan onder andere worden gebruikt voor de spaanplaatindustrie. Daarnaast wordt onderzocht of het te gebruiken is als biomassa voor energiecentrales.
In Zeeland, langs de A58 bij Rilland wordt een proef aangelegd waarbij twee soorten snelgroeiende bomen worden geplant. Het proefperceel ligt tussen de snelweg en het spoor, zodat er geen verkeershinder is. Er wordt bekeken hoe snel de bomen groeien en of de oplossing rendabel is. Over drie tot vier jaar worden de bomen afgetopt, waarna ze opnieuw aangroeien.
Rijkswaterstaat moet nu nog betalen om de biomassa te laten afvoeren. Daarom wordt gezocht naar een win-winsituatie waarbij de bermen beter worden benut en de beheer- en onderhoudskosten afnemen. Een aannemer kwam zelf een alternatief voor het maaien en afvoeren van bermafval. De bermen worden beplant met snelgroeiende bomen. Als er bomen staan, groeit het gras minder hard en hoeft er minder vaak te worden gemaaid. Het hout van de bomen kan onder andere worden gebruikt voor de spaanplaatindustrie. Daarnaast wordt onderzocht of het te gebruiken is als biomassa voor energiecentrales.
In Zeeland, langs de A58 bij Rilland wordt een proef aangelegd waarbij twee soorten snelgroeiende bomen worden geplant. Het proefperceel ligt tussen de snelweg en het spoor, zodat er geen verkeershinder is. Er wordt bekeken hoe snel de bomen groeien en of de oplossing rendabel is. Over drie tot vier jaar worden de bomen afgetopt, waarna ze opnieuw aangroeien.
dinsdag 17 april 2012
200 procent meer co-vergistingsproducten
Meer dan 80 nieuwe co-vergistingsproducten staan op de lijst die deze week in de
Staatscourant is gepubliceerd. Met deze nieuwe lijst lost staatssecretaris
Bleker zijn belofte van een jaar geleden in, gedaan tijdens de vorige editie van
de jaarlijkse BBO/ACRRES studiedag. Met producten als berm- en slootmaaisel,
groente- en diervoerderresten krijgt de vergistingssector extra mogelijkheden
het rendement van de installaties op te krikken. De Biogas Branche Organisatie
heeft een belangrijke rol gehad bij de samenstelling van de nieuwe lijst en is
content met het resultaat.
De rendementen van vergistinginstallaties voor groen gas / groene stroom productie stonden al langer onder stevige druk. Oplopende prijzen van inputgrondstoffen als vetten en glycerine waren hier met name debet aan. Met de nieuwe lijst is het potentieel aan inputgrondstoffen een stuk vergroot en zullen door marktwerking de prijzen van deze grondstoffen dalen. Analoog daaraan zal het rendement van de installaties verbeteren.
Het voorzien in nieuwe vergistingmaterialen was een van de belangrijkste opties voor rendementsverbetering die aan de orde kwam tijdens de studiedag 'Haal méér uit uw vergister' op 12 april jl. in Lelystad. Een andere optie met veel potentie bleek een innovatieve voorbewerkingstechniek als thermische drukhydrolyse. Hierbij worden inputgrondstoffen die slecht vergisten met een hoge temperatuur (+150 oC) en hoge druk (4-8 bar) in korte tijd geschikt gemaakt voor een betere vergisting (organische stof wordt vrijgemaakt). Bij diverse installaties, zoals de EnergieRijk-installatie van ACRRES, wordt hiermee op dit moment geëxperimenteerd.
De rendementen van vergistinginstallaties voor groen gas / groene stroom productie stonden al langer onder stevige druk. Oplopende prijzen van inputgrondstoffen als vetten en glycerine waren hier met name debet aan. Met de nieuwe lijst is het potentieel aan inputgrondstoffen een stuk vergroot en zullen door marktwerking de prijzen van deze grondstoffen dalen. Analoog daaraan zal het rendement van de installaties verbeteren.
Het voorzien in nieuwe vergistingmaterialen was een van de belangrijkste opties voor rendementsverbetering die aan de orde kwam tijdens de studiedag 'Haal méér uit uw vergister' op 12 april jl. in Lelystad. Een andere optie met veel potentie bleek een innovatieve voorbewerkingstechniek als thermische drukhydrolyse. Hierbij worden inputgrondstoffen die slecht vergisten met een hoge temperatuur (+150 oC) en hoge druk (4-8 bar) in korte tijd geschikt gemaakt voor een betere vergisting (organische stof wordt vrijgemaakt). Bij diverse installaties, zoals de EnergieRijk-installatie van ACRRES, wordt hiermee op dit moment geëxperimenteerd.
maandag 16 april 2012
Running in Flowers neemt methaan-dieselmotoren in gebruik
Woensdag 4 april zijn de eerste vrachtwagens op methaan-diesel in gebruik genomen door sierteelttransporteurs Wematrans, De Winter Logistics en NOVER Logistics. De drie samenwerkende transportondernemingen maken gebruik van de Volvo FM Methaan-Diesel en hebben hiermee een belangrijke eerste stap gezet om de CO2 uitstoot te verlagen. De drie bedrijven werken samen binnen het project 'Running On Flowers', waarbij ook FloraHolland, Volvo Trucks Nederland en dealer WD Trucks betrokken zijn. Het uiteindelijke doel is om biogas te verkrijgen uit afval van de sierteelt.
vrijdag 13 april 2012
Biomassa beter te benutten als bouwstenen voor de chemie
Als het gaat om de biobased economy gaat de aandacht de laatste jaren vooral uit naar biobrandstoffen en bioenergie. Maar zonder subsidie is het economisch niet interessant om plantaardig materiaal alleen te gebruiken voor brandstof. Het is beter om uit biomassa bouwstenen voor de chemische sector te produceren met brandstof als co-product. Dat staat in het rapport ‘Biobased Chemicals – Value Added Products from Biorefineries’, opgesteld door het IEA Bioenergy - Task 42 Biorefinery. De mondiale kennisopbouw en –disseminatie Task42 op het gebied van de bioraffinage, waarin 12 landen participeren, wordt geleid door Wageningen UR Food & Biobased Research.
Bouwstenen voor chemicaliën, polymeren en plastics zijn veel waardevoller dan brandstof. Na raffinage, waarbij de nuttige stoffen voor materialen en chemicaliën uit de biomassa gehaald zijn, kan het restmateriaal alsnog ingezet worden voor brandstofproductie.
Zo worden de bouwstoffen in de biomassa optimaal benut en kan de concurrentie aangegaan worden met de petrochemische industrie. Want technisch kunnen vrijwel alle materialen die gemaakt zijn van fossiele grondstoffen vervangen worden door biobased alternatieven, schrijven de wetenschappers, maar de kosten van het maken van bouwstenen uit plantaardig materiaal zijn vaak vele malen hoger dan petrochemische productie. Co-productie van biobased producten en energiedragers drukt de kosten en levert meer op.
Bouwstenen voor chemicaliën, polymeren en plastics zijn veel waardevoller dan brandstof. Na raffinage, waarbij de nuttige stoffen voor materialen en chemicaliën uit de biomassa gehaald zijn, kan het restmateriaal alsnog ingezet worden voor brandstofproductie.
Zo worden de bouwstoffen in de biomassa optimaal benut en kan de concurrentie aangegaan worden met de petrochemische industrie. Want technisch kunnen vrijwel alle materialen die gemaakt zijn van fossiele grondstoffen vervangen worden door biobased alternatieven, schrijven de wetenschappers, maar de kosten van het maken van bouwstenen uit plantaardig materiaal zijn vaak vele malen hoger dan petrochemische productie. Co-productie van biobased producten en energiedragers drukt de kosten en levert meer op.
donderdag 12 april 2012
Nieuwe impuls co-mestvergisting
Staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie staat meer dan 80 nieuwe producten toe die als covergistingsmateriaal in co-mestvergisters mogen worden gebruikt om deze rendabeler te maken. De gasopbrengst van de installaties kan hierdoor aanzienlijk hoger worden.
Enkele producten op de nieuwe lijst zijn berm- en slootmaaisel, groenteresten, diervoederresten en reststof die vrijkomt bij de productie van biodiesel uit dierlijke vetten en oliën. Met de nieuwe lijst wordt de positie van co-mestvergisters meer in lijn gebracht met die in het buitenland. Daarmee is een belangrijk knelpunt van het bedrijfsleven weggenomen.
De nieuw toegestane producten zijn door het bedrijfsleven (LTO en de Biogas Brancheorganisatie) voorgesteld. Ze mogen alleen worden gebruikt als het gehalte aan zware metalen en organische microverontreinigingen beneden bepaalde normen blijft. Het bedrijfsleven neemt daarvoor zelf de verantwoordelijkheid en werkt aan een certificeringsstelsel om de kwaliteit te borgen.
De lijst met nieuw toegestane producten komt naast de al bestaande zogenoemde positieve lijst van 40 producten die eerder zijn goedgekeurd.
Enkele producten op de nieuwe lijst zijn berm- en slootmaaisel, groenteresten, diervoederresten en reststof die vrijkomt bij de productie van biodiesel uit dierlijke vetten en oliën. Met de nieuwe lijst wordt de positie van co-mestvergisters meer in lijn gebracht met die in het buitenland. Daarmee is een belangrijk knelpunt van het bedrijfsleven weggenomen.
De nieuw toegestane producten zijn door het bedrijfsleven (LTO en de Biogas Brancheorganisatie) voorgesteld. Ze mogen alleen worden gebruikt als het gehalte aan zware metalen en organische microverontreinigingen beneden bepaalde normen blijft. Het bedrijfsleven neemt daarvoor zelf de verantwoordelijkheid en werkt aan een certificeringsstelsel om de kwaliteit te borgen.
De lijst met nieuw toegestane producten komt naast de al bestaande zogenoemde positieve lijst van 40 producten die eerder zijn goedgekeurd.
woensdag 11 april 2012
BBO wordt eerste non-diervoeder partner voor GMP+ International
De Biogas Branche Organisatie (BBO), een branchevereniging van producenten van biogas in België en Nederland, is de eerste non-diervoeder partner voor GMP+ International. De aanvraag tot samenwerking van deze organisatie past bij de doelstelling van GMP+ International met betrekking tot het leveren van diensten aan non-diervoederactiviteiten via een certificatieschema voor duurzame landbouwproductie, naast de GMP+ Feed Safety Assurance scheme. BBO wil met behulp van GMP+ International werken aan beste praktijken voor duurzame productie van bio-energie.
donderdag 5 april 2012
Alle bussen Oslo op biogas
De stadsbussen van Oslo zullen vanaf volgend jaar gaan rijden op biogas, geproduceerd uit een mengsel van bananenschillen, koffiedik en ander afval uit de voedselketen. De Noorse hoofdstad gaat volgens het Technnisch Weekblad een biogasinstallatie bouwen die met behulp van een thermisch hydrolyseproces jaarlijks uit vijftigduizend ton plantaardig afval biogas levert. Momenteel rijden al 65 bussen in Oslo op biogas, dat gemaakt is uit rioolslib.
dinsdag 3 april 2012
Eerste bos voor biomassa in Brasschaat
Op een braakliggend stuk grond in de Martouginlei in Brasschaat heeft het gemeentebestuur een eerste 'korte omloopbos' aangeplant. Korte omloopbossen zijn bossen van snelgroeiende bomen, die elke drie tot vijf jaar geoogst kunnen worden om te worden gebruikt als biomassa. In de Martouginlei werden populieren geplant. De gemeente zal in totaal drie percelen beplanten. Voor het bos in de Martouginlei kreeg sociale werkplaats Aralea gisteren de hulp van heel wat kinderen van lagere scholen.
maandag 2 april 2012
Biomassa voort stadsverwarming Purmerend
Vanaf 2014 levert Staatsbosbeheer jaarlijks 100.000 ton biomassa aan Stadsverwarming Purmerend (SVP) voor de opwekking van duurzame warmte. Deze biomassa bestaat uit gesnipperd hout dat afkomstig is uit Nederlandse bossen, natuur en landschappen. Door het gebruik van biomassa spaart SVP op jaarbasis ruim 50.000 ton CO2 uit. Dit staat gelijk aan de jaarlijkse uitstoot van 16.000 auto's.
Hout is een duurzame, hernieuwbare grondstof. Bomen leggen namelijk CO2 vast in hout. Bij verbranding van hout komt die hoeveelheid CO2 weer vrij, maar per saldo neemt de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer niet toe. Bij de verbranding van aardgas, olie en steenkool gebeurt dit wel. Dan wordt koolstof omgezet in CO2. Dit wordt vervolgens toegevoegd aan de atmosfeer. Hout is dus een duurzame grondstof: het vernieuwt zichzelf. Fossiele brandstoffen doen dat niet.
Bij bosbouw en natuurbeheer is biomassa een restproduct, bijvoorbeeld in de vorm van de kronen van geoogste bomen of de takken van gesnoeide bomen. Staatsbosbeheer gaat zuinig met deze reststoffen om. Daarom worden vrijgekomen kronen en takken versnipperd en als biomassa gebruikt.
SVP maakt nu nog gebruik van de fossiele restwarmte van een verouderde elektriciteitscentrale. Om haar warmtelevering toekomstbestendig te maken, besloot ze zelf warmte te gaan produceren via een biowarmtecentrale. Daarom ging SVP een samenwerkingsverband met Staatsbosbeheer aan. De levering van de biomassa start in 2014 en gaat door tot in 2024.
Hout is een duurzame, hernieuwbare grondstof. Bomen leggen namelijk CO2 vast in hout. Bij verbranding van hout komt die hoeveelheid CO2 weer vrij, maar per saldo neemt de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer niet toe. Bij de verbranding van aardgas, olie en steenkool gebeurt dit wel. Dan wordt koolstof omgezet in CO2. Dit wordt vervolgens toegevoegd aan de atmosfeer. Hout is dus een duurzame grondstof: het vernieuwt zichzelf. Fossiele brandstoffen doen dat niet.
Bij bosbouw en natuurbeheer is biomassa een restproduct, bijvoorbeeld in de vorm van de kronen van geoogste bomen of de takken van gesnoeide bomen. Staatsbosbeheer gaat zuinig met deze reststoffen om. Daarom worden vrijgekomen kronen en takken versnipperd en als biomassa gebruikt.
SVP maakt nu nog gebruik van de fossiele restwarmte van een verouderde elektriciteitscentrale. Om haar warmtelevering toekomstbestendig te maken, besloot ze zelf warmte te gaan produceren via een biowarmtecentrale. Daarom ging SVP een samenwerkingsverband met Staatsbosbeheer aan. De levering van de biomassa start in 2014 en gaat door tot in 2024.