vrijdag 26 april 2013

Dubbeltelling noodzakelijk voor halen bijmengverplichting

Aan de zijlijn van de bijmengverplichting voor het gebruik van biobrandstoffen is een nieuwe markt ontstaan, de markt voor ‘Biotickets’. Biotickets kunnen worden gebruikt om te voldoen aan de bijmengverplichting, zonder zelf te hoeven bijmengen. Dit is vooral van belang voor kleinere oliehandelaren en pomphouders, omdat die vaak niet in staat zijn zelf fysiek voldoende biobrandstoffen bij te mengen. Om te voldoen aan de Nederlandse doelstellingen (oplopend tot 10 procent bijmenging in 2020) bieden zich kansen aan voor het gebruik van biogas, Bio Methanol en Bio LNG. Van belang om verdringing van voedsel door biobrandstoffen (biodiesel uit palmolie) te minimaliseren. Daarom kunnen voor duurzaam geproduceerde biobrandstoffen extra tickets worden gegenereerd. Dit is Europees vastgelegd in de Renewable Energy Directive (RED).
Duurzame bronnen zijn bijvoorbeeld GFT, resthout, maar ook materialen zoals grassen, bijvoorbeeld uit natuurgebieden. Deze worden nu met hoge kosten verwerkt. De biotickets bieden daarmee een kans voor natuurbeheerders om natuurafval om te zetten in duurzaam geproduceerde brandstoffen, en dat met een forse kostenreductie.
Mark van Seventer van Ekwadraat: “We verwachten dat de huidige kosten van verwerking van natuurgras volledig kunnen worden vermeden. Het is een prachtige ontwikkeling als duurzame brandstoffen ook nog kunnen bijdragen aan natuuronderhoud.” 
Hiervoor zijn nieuwe installaties en uitbreidingen nodig en een maximale benutting van de - door Europese regelgeving geboden –ruimte voor dubbeltelling. De hoop van initiatiefnemers in de markt is daarom gevestigd op Staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur & Milieu. Zij zal door een maximale benutting van dubbeltelling in Nederland de productie van duurzame biotickets een steun in de rug kunnen geven. Een maatregel die Nederlandse innovatieve bedrijven nog geld oplevert ook.
Van Seventer: “Ik hoop dat de juiste keuzes gemaakt worden, en dat er een werkbare regeling ontstaat, zoals in andere EU landen. Het zou ondernemers helpen om te investeren. In de huidige economische crisis een absolute no-brainer, natuurlijk. Het ministerie van Economische Zaken is in ieder geval enthousiast, hopelijk ziet mevrouw Mansveld het ook zo.”
De prijs van RINs, een soortgelijk systeem als biotickets in Amerika, is in een paar maanden geëxplodeerd van 2-3 dollarcent naar 79 dollarcent per gallon (bron: Platts). Dit komt neer op een meerprijs van ca. 15 eurocent per liter diesel! Het vooraf contracteren van biotickets kan voorkomen dat prijzen te hoog oplopen, en biedt investeerders in productie-installaties zekerheid.

dinsdag 23 april 2013

Ondernemen met biomassa makkelijker gemaakt

Het wordt makkelijker voor bedrijven om te investeren in economische activiteiten die biomassa  als grondstof voor chemische producten, materialen en energie gebruiken: de ‘Biobased Economy’. Het kabinet heeft 24 belemmeringen in wet- en regelgeving opgelost. Dat schrijft minister Kamp van Economische Zaken  aan de Tweede Kamer.
Kamp: 'We willen naar een duurzame economie, dan is het goed dat ondernemers die daar speciaal in investeren, een duwtje in de rug krijgen. Knellende regels wegnemen zorgt voor minder kosten en gedoe en levert meer tijd op om te ondernemen. Dat is goed voor de economie en levert banen en inkomsten op.'
Voortaan kunnen bijvoorbeeld 80 nieuwe afvalsoorten als grondstof worden gebruikt voor vergisting voor energieopwekking, zoals groente- en aardappelresten. Ook is het niet meer nodig om een vergunning aan te vragen voor het opslaan van grote hoeveelheden snoeihout. Dat scheelt ondernemers tijd en geld. Groen gas van kleine producenten kan voortaan meedoen met de aanvraag voor duurzame energiesubsidies.
Ondernemers hebben zelf bijna negentig problemen geconstateerd waar zij in hun dagelijkse werk tegen aanlopen. Minister Kamp informeert de Kamer deze kabinetsperiode over de voortgang van de overige problemen. De Biobased Economy (BBE) gaat het over het gebruik van biomassa voor toepassingen zoals chemicaliën, materialen, transportbrandstoffen en elektriciteit

vrijdag 19 april 2013

Uniek Shared Research Centrum voor aromaten uit biomassa

Green Chemistry Campus, VITO en TNO hebben begin maart het startsein gegeven voor een Shared Research Center Biobased Aromatics. De twee kennisinstellingen gaan in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven toegepast onderzoek doen naar aromaten uit biomassa. Daaraan is grote behoefte omdat we voor aromaten, chemische verbindingen die de bouwstof vormen van tal van producten, nu nog volledig afhankelijk zijn van aardolie.
Zo moeten biobased aromaten een grote bijdrage leveren aan de verduurzaming. Aromaten zijn vooral belangrijk als grondstof voor kunststoffen, coatings en speciale chemicaliën. Ze uit biomassa maken is een grote technologische en economische uitdaging. ‘In de industrie bestaat hieraan grote behoefte’, zegt Joop Groen van TNO. ‘Bedrijven willen hun producten en productieprocessen vergroenen. Er wordt her en der wel onderzoek gedaan naar biobased aromaten maar dat is kleinschalig en versnipperd. Met ons Shared Research Center pakken we dit vraagstuk grootschalig bij de kop. Over een paar jaar zullen hier zo’n vijftig technologen van VITO en TNO in open innovatie samenwerken met medewerkers van bedrijven die zich hierbij aansluiten. Het is dan een mondiaal toonaangevend onderzoekscentrum dat ervoor zorgt dat biobased aromaten in steeds meer producten te vinden zullen zijn.’
Het Shared Research Center is gevestigd op de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom, een onderdeel van de Biobased Delta waar al een aantal ondernemers, instellingen en overheden samenwerken aan de biobased economy en is strategisch gelegen tussen de industriële centra Rotterdam en Antwerpen. TNO heeft de vraag van de markt in kaart gebracht en werkt nu uit welke routes technologisch en economisch het meest aantrekkelijk zijn. Om van biobased aromaten een commercieel succes te maken, is nog veel innovatief werk nodig. ‘Het bedrijfsleven heeft zich enthousiast getoond. Bij de kickoff waren een kleine twintig topbedrijven uit de chemie en biotechnologie aanwezig. Biobased aromaten bestaan nog niet commercieel en ze verwachten dan ook veel van dit centrum. We gaan het nu samen oppakken. Eind dit jaar verwacht ik dat tenminste vijf industriële partijen hieraan meedoen en er al een grote groep onderzoekers uit VITO, TNO en het bedrijfsleven hard aan het werk is.’
Dat TNO sterk inzet op dit initiatief komt volgens Groen voort uit de ambitie een bijdrage te leveren aan doorbraken om de chemie te verduurzamen. ‘We zijn onafhankelijk, werken multidisciplinair en combineren kennis van biotechnologie, chemie, procestechnologie, toepassingen en samenwerkingsvormen. We hebben als een van de weinigen al een jaar of tien ervaring met shared research op uiteenlopende gebieden. En samen met VITO beschikken we over een groot internationaal industrieel netwerk.’ Dit jaar moet duidelijk worden welke programmalijnen de belangrijkste zijn om biobased aromaten te gaan ontwikkelen. Daarbij gaat het om zowel bulk- als speciale producten. Ook verwacht Groen eind dit jaar de eerste onderzoeksresultaten op labschaal, want er wordt zeer resultaatgericht gewerkt, het gaat niet om de wetenschap. ‘Hoewel de eerste geïnteresseerde partijen zich hebben gemeld, hoop ik dat zoveel mogelijk bedrijven, van groot tot klein, aansluiting zullen zoeken bij dit initiatief. We beschikken hier over een unieke kennisinfrastructuur en een fantastisch ecosysteem van samenwerkende partijen.’

maandag 8 april 2013

Productie van eiwitten kan voldoende zijn mits biomassa goed wordt benut

Eiwitten zijn, behalve essentiële bouwstoffen voor mens en dier, tevens bruikbaar voor toepassingen in bijvoorbeeld shampoos, bioplastics, coatings of lijmen. Mits er voldoende efficiënt met grondstoffen wordt omgesprongen, kunnen voor zowel food als non-food toepassingen wereldwijd voldoende eiwitten worden geproduceerd. Op basis van een deskstudie in opdracht van het ministerie van Economische Zaken schrijven wetenschappers van Wageningen UR Food & Biobased Research dat er ook bij een wereldbevolking van 9,3 miljard mensen in 2050 voldoende eiwitten beschikbaar zijn. Van belang is echter wel dat de eiwitten, door bioraffinage, uit grondstoffen gehaald kunnen worden zonder hun unieke eigenschappen te verliezen.
De juiste toepassing bij eiwitten zoeken is essentieel, betogen de onderzoekers. Dieren die met laagwaardige eiwitten toe kunnen, zouden bijvoorbeeld geen soja als voer hoeven krijgen, schrijven zij. Soja is van zichzelf al zeer geschikt voor menselijke consumptie; dieren zijn juist in staat laagwaardige biomassa om te zetten in eiwitten die geschikt voor de mens.
\Daarnaast kunnen eiwitten gebruikt worden om bepaalde materialen en chemicaliën te vervaardigen die nu veelal synthetisch gemaakt worden, op basis van aardolie. Voor de lijmindustrie is de hoge kleefkracht van eiwitten interessant, de verfindustrie zet eiwitten in om emulsies te stabiliseren en in cosmetica worden hydrolysaten van keratine, gelatine en tarwegluten gebruikt. De eiwitten voor deze toepassingen zijn als gevolg van de opkomst van petrochemische stoffen in de afgelopen 50 jaar veel vervangen door synthetische polymeren. De vraag van consumenten naar milieuvriendelijke, hernieuwbare grondstoffen stijgt echter, en bovendien worden synthetische grondstoffen duurder. Eiwitten kunnen de komende jaren juist goedkoper worden, doordat de productie wordt opgeschroefd. Naast traditionele eiwitbronnen, met name geteeld voor consumptie, zijn er ook eiwitrijke gewassen in opkomst die geteeld worden voor toepassingen in materialen en chemicaliën.
In de studie is een inventarisatie gemaakt van zowel de huidige beschikbare eiwitbronnen als de bronnen waar in de toekomst veel van verwacht wordt. In opkomst zijn bijvoorbeeld proteïnen uit algen, met name geschikt voor veevoer en voedingssupplementen. Insecten zijn eveneens een goede eiwitbron voor veevoer en eventueel humane voeding. Eiwitten uit klavers, grassen en bladeren zijn potentieel bruikbaar voor biobased toepassingen. Ook GFT-afval, bermgras en reststromen uit de vleesverwerkende en schaaldierverwerkende industrieën bevatten veel eiwitten die nog niet volledig gebruikt worden, maar waarvoor biobased toepassingen gevonden kunnen worden.
Om te zorgen voor voldoende eiwitten is ook van belang dat het verlies van grondstoffen wordt beperkt. Enkele voorbeelden van verlies van grondstoffen die in de studie worden benoemd zijn: loof dat onbenut achterblijft op het land, reststromen die worden vergist voor biogasproductie zonder dat eerst de eiwitten worden geoogst, koeien die gras eten dat veel meer eiwitten bevat dan ze kunnen opnemen, en verspilling van voedsel door mensen.

vrijdag 5 april 2013

Biogas verandert grond in goudmijn

De druk op Duitse grond neemt met het succes van de biogasinstallaties alleen maar toe. Niet alleen de installaties hebben grond nodig ook de teelt van gewassen voor de installaties slurpt grond op. De grondhonger stuurt prijzen dan ook de hoogte in, zo meldt de NZW. Zelfs spelers op de beurs worden groen van jaloezie wanneer ze de rendementen zien van Duitse landbouwgrond. Werd grond 20 jaar geleden maar voor 30.000 Duitse mark verhandeld vandaag de dag brengt grond 100.000 euro op. Menig eigenaar van 15 hectare grond die in zijn leven niet veel bereikt heeft wordt na de verkoop opeens miljonair.
 
Copyright (c) 2010 Biogas Nieuws and Powered by Blogger.