woensdag 6 juli 2016

Waar komt de biobased topregio?

Agrarische bedrijven, chemische industrie, energieleveranciers, afvalbedrijven, overheid, kennisorganisaties: allemaal spelen ze een rol in de transitie naar een biobased economy. Omdat samenwerking bepalend is voor het succes, ontwikkelden Tygron en TNO een dynamisch 3D-model voor biobased scenarioplanning. Na geslaagde proefsessies met een fictief model, gaat een consortium nu een realistisch model van het havengebied Rotterdam bouwen.

“De stakeholders zijn overtuigd van de potentie van een biobased economy”, weet Joop Groen, manager new business development bij TNO. “Maar om tot een optimaal resultaat komen, moeten we strategisch samenwerken. Die mogelijkheid is er niet altijd, onder meer omdat ieder zijn eigen belangen heeft. Om de transitie te ondersteunen, bouwden we met Tygron een computermodel van een dynamische 3D-wereld waarin stakeholders scenario’s kunnen uitwerken. De reacties op proefsessies waren zo positief, dat we besloten een echte Nederlandse regio te modelleren. In overleg met het Biorenewables Business Platform, Biobased Delta en Clean Tech Delta kozen we voor het havengebied Rotterdam. Deze regio heeft concrete ambities en er liggen belangrijke vraagstukken: Hoe voorzie je de nieuwe biobased industrie op de tweede Maasvlakte van energie, hoe ontwikkelt zich synergie in het cluster, bijvoorbeeld doordat het product van de ene fabriek de grondstof voor de buurman kan zijn, enzovoorts.”

Tygron ontwikkelt de software en bouwt het dynamische 3D-platform. TNO zorgt samen met de projectpartners uit de regio voor kennis en informatie, specifiek op biobased gebied. Groen: “Het model wordt weergegeven op een of meer beeldschermen. Je ziet een echte wereld waar je doorheen kunt bewegen. We gaan data inlezen uit verschillende bronnen, met wegen, gebouwen en waterwegen. Ook hoogte-informatie komt erin, bijvoorbeeld om dijken te onderscheiden. Om er een biobased model van te maken, voegen we extra informatie toe. Denk aan grondstofstromen. Of aan data van een fabriek: er werken zóveel mensen, die zetten déze grondstof om in die producten, daarbij gebruiken ze zóveel energie en stoten ze zóveel CO2 uit.  En hoe zit het met winst en verlies? Al dat soort informatie wordt straks in het model doorgerekend.”

“Het bijzondere van dit model is, dat je er met meerdere personen tegelijk in kunt werken”, vervolgt Groen. “Omdat je realtime ziet wat er gebeurt, is bovendien de achtergrond van de deelnemers minder belangrijk. Een technisch expert, een financieel expert en een algemeen bestuurder kunnen gemakkelijk met elkaar communiceren. Hebben ze in overleg een scenario gemaakt, dan rekent het model uit in hoeverre de beoogde doelstellingen worden bereikt. Het model kan ook worden ingezet voor een strategie of een toekomstscenario. Of het kan dienen als projectmanagementtool. Als je het model toch hebt, kun je er informatie in gaan bijhouden. We gaan nu aan de slag met havengebied Rotterdam. Als we in de toekomst meerdere ‘biobased hubs’ modelleren en met elkaar verbinden, dan kunnen we de biobased transitie voor heel Nederland verbeteren. Dat zou natuurlijk geweldig zijn.”

De consortiumpartners spelen een doorslaggevende rol. “Om te beginnen brengen we hun eisen en wensen in kaart en spreken we af wat we uiteindelijk zullen opleveren. Vervolgens bouwen we het model in een pressure cooker-werkvorm en voorzien we het van de juiste data en rekenregels. Tot slot doen we een validatie en een strategiesessie. Zo’n dynamisch 3D-model is een heel andere manier om met de biobased economy bezig te zijn. Bij de deelnemers aan de proefsessies en de consortiumpartners bespeur ik veel enthousiasme en nieuwsgierigheid voor deze manier van werken.”

0 reacties:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

 
Copyright (c) 2010 Biogas Nieuws and Powered by Blogger.