Nieuwe laboratoriumtests met fijngemalen kwarts suggereren dat aardbevingen grote hoeveelheden waterstof kunnen genereren diep onder de grond. Deze onverwachte bron zou niet alleen leven in de ondergrond kunnen ondersteunen, maar mogelijk ook dienen als duurzame energiebron voor mensen.
Wanneer aardbevingen rotsen verbrijzelen, kunnen deze reageren met watermoleculen en daarbij waterstofgas vormen. Deze ondergrondse waterstofproductie is mogelijk veel omvangrijker dan gedacht en opent nieuwe perspectieven voor zowel wetenschap als energieopwekking.
De interesse in natuurlijke waterstofbronnen is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Bedrijven richten zich vooral op zogenoemde ‘geologische waterstof’, die ontstaat door twee bekende processen: de reactie van water met ijzerrijk gesteente (serpentinisatie), of door het splitsen van water via radioactieve mineralen.
Maar onderzoekers van de Université Grenoble Alpes, onder leiding van geoloog Nicolas Lefeuvre, kwamen op het spoor van een derde mechanisme. Ze stuitten op opvallend hoge concentraties waterstof in bodemmonsters uit de Pyreneeën — zonder duidelijke verklaring.
Lefeuvre vermoedt dat het geheim zit in de reactie van silicaatmineralen zoals kwarts tijdens aardbevingen.
Hoewel het idee eerder geopperd werd, had nog niemand berekend hoeveel waterstof dit proces wereldwijd zou kunnen opleveren.
Op basis van die gegevens schatten de onderzoekers dat aardbevingen met een kracht van 4 of hoger wereldwijd jaarlijks tot wel 29 miljoen ton waterstof kunnen produceren. Dit is een maximale schatting, gebaseerd op de aanname dat alle breuken volledig uit kwarts bestaan.

0 reacties:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.