Het containerschip van Maersk is na een reis van drie maanden zonder
problemen teruggekeerd in de Rotterdamse haven. Het schip heeft de route
Rotterdam – Shanghai - Rotterdam grotendeels afgelegd op een
biobrandstofmengsel van o.a. gebruikte bakolie.
De scheepvaart is
goed voor 90 procent van het goederenvervoer en 3 procent van de totale
wereldwijde CO2-uitstoot. Deze emissie zal in 2050 naar 15 procent
stijgen als we niets doen. De biobrandstof die in deze pilot wordt
gebruikt, is een zogenaamde 'tweede generatie' biobrandstof,
geproduceerd uit afval, in dit geval gebruikte bakolie (UCOME-olie). De
biobrandstof is ISCC-gecertificeerd. De kracht van deze biobrandstof is
dat het gemengd kan worden met conventionele (fossiele) brandstoffen,
waarbij geen grote technische aanpassingen aan de motoren nodig
zijn.
Overtuigd van de urgentie om actie te ondernemen
tegen klimaatverandering, is een groep Nederlandse internationaal
opererende bedrijven- FrieslandCampina, Heineken, Philips, DSM, Shell en
Unilever, allen lid van de Dutch Sustainable Growth Coalition (DSGC) -
in samenwerking met AP Møller – Maersk in maart 2019 een
biobrandstof-pilot gestart.
Het containerschip Mette Maersk heeft
gevaren op een brandstofmengsel waarin 20 procent biobrandstof uit
gebruikt frituurvet was opgenomen. Het is de eerste keer dat zo’n hoog
percentage duurzame biobrandstof op deze schaal voor een zeeschip is
ingezet. Naast het varen op een mengsel met 20 procent biobrandstof,
heeft Mette Maersk ook een mengsel met 7 procent biobrandstof gebruikt.
In totaal leidde dit tot een reductie van de uitstoot met 1500 ton CO2
en 20 ton zwavel. Dat is gelijk aan de jaarlijkse CO2-uitstoot van ruim
200 huishoudens of 12 miljoen autokilometers (300 keer rond de wereld).
Shell leverde de nieuwe brandstof, waarvoor het de nodige research in
zijn lab heeft gedaan.
0 reacties:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.