De Autoriteit Consument & Markt (ACM) publiceert een Q&A met uitleg over de nieuwe regels over zogenoemde derdentoegang tot waterstofterminals. De ACM vindt het als de beoogd toezichthouder op waterstofinfrastructuur in Nederland belangrijk dat de regels voor derdentoegang tot waterstofterminals voor marktpartijen duidelijk zijn. Dit kan bijdragen aan investeringszekerheid en daarmee de totstandkoming van een importketen voor waterstof in Nederland bevorderen. Dit draagt bij aan een versnelling van de energietransitie.
Derdentoegang betekent dat waterstofterminalbeheerders aan (potentiële) gebruikers toegang moeten bieden tot de capaciteit van hun waterstofterminal. Op basis van nieuwe Europese regels moeten waterstofterminalbeheerders vanaf 2025 derdentoegang bieden tot hun waterstofterminal.
In Nederland zal een systeem van onderhandelde derdentoegang gaan gelden. Hierbij is het aan de waterstofterminalbeheerder om met (potentiële) gebruikers van de terminal onderling afspraken te maken over voorwaarden en tarieven waartegen zij gebruik kunnen maken van de terminal. Beide partijen zijn daarbij verplicht te goeder trouw over toegang te onderhandelen. Hierbij gelden algemene principes, zoals transparantie en non-discriminatie.
In een waterstofterminal wordt een per schip geïmporteerde waterstofdrager, zoals ammoniak, afgeladen en omgezet naar gasvormige waterstof. Deze waterstof kan vervolgens via een waterstofnetwerk worden vervoerd naar (industriële) afnemers.
woensdag 20 november 2024
dinsdag 19 november 2024
Algenkwekerij gevoed met CO2-uitstoot van biogasvergister
Het groene afval van de agrarische sector zo duurzaam mogelijk te verwerken tot groen gas, dat was de doelstelling van Sustenso.
Het bedrijf richt zich nu op de circulaire verwerking van de bijproducten van de biogas-productie; CO2 en digestaat.
Met behulp van de Rabobank, de overheid en investeerders is een state of the art vergistingsfabriek gebouwd in de Boekelermeer.
In de demonstratiehal van InVesta Expertise Centrum staat nu een indrukwekkende algenfabriek in het klein. In een lange zigzaggende buis stroomt zo’n vijfhonderd liter vloeistof waarin de algen groeien. Er wordt zonlicht nagebootst met LED verlichting en continu CO2 toegevoegd vanuit een kleine vergister.
Het bedrijf richt zich nu op de circulaire verwerking van de bijproducten van de biogas-productie; CO2 en digestaat.
Met behulp van de Rabobank, de overheid en investeerders is een state of the art vergistingsfabriek gebouwd in de Boekelermeer.
In de demonstratiehal van InVesta Expertise Centrum staat nu een indrukwekkende algenfabriek in het klein. In een lange zigzaggende buis stroomt zo’n vijfhonderd liter vloeistof waarin de algen groeien. Er wordt zonlicht nagebootst met LED verlichting en continu CO2 toegevoegd vanuit een kleine vergister.
Voor Sustenso is het niet voldoende om alleen de CO2 die vrijkomt bij de biogas-productie in te zetten voor de groei van algen. Ze willen volledig circulair werken.
'We streven er daarbij naar om alle componenten van de alg aan onze afnemers te kunnen leveren. Sommige algenkwekerijen kweken bijvoorbeeld alleen voor de olie. Dat is maar 10 tot 15% van de alg, de rest gooien ze weg. Dat strookt niet met de doelstellingen van Sustenso. Wij gebruiken alles.'
maandag 18 november 2024
Mestoverschot Overijssel wordt duurzame goudmijn
Over vijf jaar moet de helft van alle mest die boeren in Overijssel produceren, omgezet worden in biogas en groen gas.
In Overijssel moeten met grote snelheid nieuwe mestvergisters gebouwd worden. Dat is nodig omdat de provincie wil dat er veel méér biogas geproduceerd gaat worden. Zo’n 100.000 kubieke meter.
Er is sprake van een enorm mestoverschot in Overijssel. En dat overschot wordt alleen maar groter door de afschaffing van de Europese uitzonderingsregel voor Nederland.
Groengas is opgewerkt biogas en kan als directe vervanging dienen voor aardgas in woningen en andere gebouwen, waar een warmtepomp of warmtenet niet toe te passen is.
Op dit moment wordt nog geen vijf procent van de Overijsselse mest vergist tot biogas. Dat moet naar vijftig procent van de Overijsselse mest, over vijf jaar.
In Overijssel moeten met grote snelheid nieuwe mestvergisters gebouwd worden. Dat is nodig omdat de provincie wil dat er veel méér biogas geproduceerd gaat worden. Zo’n 100.000 kubieke meter.
Er is sprake van een enorm mestoverschot in Overijssel. En dat overschot wordt alleen maar groter door de afschaffing van de Europese uitzonderingsregel voor Nederland.
Groengas is opgewerkt biogas en kan als directe vervanging dienen voor aardgas in woningen en andere gebouwen, waar een warmtepomp of warmtenet niet toe te passen is.
Op dit moment wordt nog geen vijf procent van de Overijsselse mest vergist tot biogas. Dat moet naar vijftig procent van de Overijsselse mest, over vijf jaar.
donderdag 14 november 2024
GAFT en Hogeschool Utrecht ontwikkelen vliegtuigbrandstof
Aan Hogeschool Utrecht (HU) werken onderzoekers en studenten samen met startup GAFT BV aan een opvallende innovatie: duurzame kerosine, geproduceerd uit CO₂ uit de lucht. Deze ontwikkeling zou een grote stap kunnen betekenen richting verduurzaming van de luchtvaart, een sector die bekendstaat om zijn hoge CO₂-uitstoot.
Marien de Jonge, medeoprichter van GAFT BV, werkt samen met de HU aan een baanbrekende vorm van kerosine, ook wel Sustainable Aviation Fuel (SAF) genoemd. 'We zetten CO₂ uit de lucht om in voedingsstoffen, waarmee we micro-organismen laten groeien die vetten produceren. Vervolgens worden die vetten omgezet in SAF”, legt De Jonge uit. De CO₂ wordt in eerste instantie afgevangen bij fabrieken die een hoge uitstoot hebben. Uiteindelijk willen we ons primair richten op biogene CO₂ die bijvoorbeeld geproduceerd wordt in biovergisters.'
Opschalen van het proces om SAF te maken met vetten uit micro-organismen is eenvoudiger dan bijvoorbeeld met gebruikt frituurvet, een andere bron voor SAF die nu al in gebruik is. Er is hiervoor simpelweg te weinig frituurvet beschikbaar. De vetten uit micro-organismen zijn daarom een mooie aanvulling op de al bestaande methode om SAF te maken. Er is namelijk veel SAF nodig om duurzaam vliegen mogelijk te maken.
De volgende stap is om het productieproces van duurzame kerosine op te schalen naar industrieel niveau. 'We hebben al bewezen dat we de grondstof voor SAF kunnen maken die chemisch sterk lijkt op de grondstof voor SAF die geproduceerd wordt uit frituurvet. Nu werken we aan verdere optimalisatie en opschaling, dat is een enorme uitdaging.'
Marien de Jonge, medeoprichter van GAFT BV, werkt samen met de HU aan een baanbrekende vorm van kerosine, ook wel Sustainable Aviation Fuel (SAF) genoemd. 'We zetten CO₂ uit de lucht om in voedingsstoffen, waarmee we micro-organismen laten groeien die vetten produceren. Vervolgens worden die vetten omgezet in SAF”, legt De Jonge uit. De CO₂ wordt in eerste instantie afgevangen bij fabrieken die een hoge uitstoot hebben. Uiteindelijk willen we ons primair richten op biogene CO₂ die bijvoorbeeld geproduceerd wordt in biovergisters.'
Opschalen van het proces om SAF te maken met vetten uit micro-organismen is eenvoudiger dan bijvoorbeeld met gebruikt frituurvet, een andere bron voor SAF die nu al in gebruik is. Er is hiervoor simpelweg te weinig frituurvet beschikbaar. De vetten uit micro-organismen zijn daarom een mooie aanvulling op de al bestaande methode om SAF te maken. Er is namelijk veel SAF nodig om duurzaam vliegen mogelijk te maken.
De volgende stap is om het productieproces van duurzame kerosine op te schalen naar industrieel niveau. 'We hebben al bewezen dat we de grondstof voor SAF kunnen maken die chemisch sterk lijkt op de grondstof voor SAF die geproduceerd wordt uit frituurvet. Nu werken we aan verdere optimalisatie en opschaling, dat is een enorme uitdaging.'
dinsdag 12 november 2024
Nobian en Gas Storage Denmark starten samenwerking gericht op ontwikkeling waterstofopslag
Nobian en GSD werken samen om de mogelijkheden voor energieopslag cavernes in Denemarken te onderzoeken, inclusief waterstofopslag. Met de samenwerking willen de partijen bijdragen aan de ontwikkeling van belangrijke energie- en waterstofinfrastructuur en de energietransitie. Dansk Salt, met meer dan 60 jaar ervaring in zoutwinning en uitgebreide ervaring in de bouw en exploitatie van zoutcavernes in Denemarken, maakt deel uit van Nobian, dat aanvullende expertise in oplossingen voor energieopslag meebrengt. GSD, een dochteronderneming van Energinet, heeft meer dan 30 jaar ervaring in ondergrondse gasopslag.
Met de samenwerking willen beide bedrijven het Deense potentieel voor de opslag van hernieuwbare energie onderzoeken. Daarnaast zien ze en belangrijke rol voor Denemarken als een toonaangevende hub voor de opslag van waterstof in de Scandinavische regio. De samenwerking sluit aan op Nobian’s ambitieuze duurzaamheidsprogramma “Grow Greener Together ”. Het bedrijf wil een van de duurzaamste chemiebedrijven in de EU zijn, met nul uitstoot in 2040 en 100% hernieuwbare energie.
Het MoU is ondertekend tijdens het werkbezoek van Zijne Majesteit Koning Willem Alexander aan Denemarken en Noorwegen op 12 en 13 november. Hij werd daarbij vergezeld door Sophie Hermans, minister van Klimaatbeleid en Groene Groei. Het bezoek was gericht op de ontwikkeling van de waterstofmarkt in Noordwest-Europa, met als hoofdthema's waterstof en het energiesysteem van de toekomst. Zijne Majesteit Koning Frederik X van Denemarken en Zijne Koninklijke Hoogheid Kroonprins Haakon van Noorwegen voegden zich bij de Koning voor delen van het programma. Een Nederlandse delegatie van bedrijven die actief zijn op het gebied van waterstof en energie-infrastructuur, waaronder Nobian, nam ook deel.
Met de samenwerking willen beide bedrijven het Deense potentieel voor de opslag van hernieuwbare energie onderzoeken. Daarnaast zien ze en belangrijke rol voor Denemarken als een toonaangevende hub voor de opslag van waterstof in de Scandinavische regio. De samenwerking sluit aan op Nobian’s ambitieuze duurzaamheidsprogramma “Grow Greener Together ”. Het bedrijf wil een van de duurzaamste chemiebedrijven in de EU zijn, met nul uitstoot in 2040 en 100% hernieuwbare energie.
Het MoU is ondertekend tijdens het werkbezoek van Zijne Majesteit Koning Willem Alexander aan Denemarken en Noorwegen op 12 en 13 november. Hij werd daarbij vergezeld door Sophie Hermans, minister van Klimaatbeleid en Groene Groei. Het bezoek was gericht op de ontwikkeling van de waterstofmarkt in Noordwest-Europa, met als hoofdthema's waterstof en het energiesysteem van de toekomst. Zijne Majesteit Koning Frederik X van Denemarken en Zijne Koninklijke Hoogheid Kroonprins Haakon van Noorwegen voegden zich bij de Koning voor delen van het programma. Een Nederlandse delegatie van bedrijven die actief zijn op het gebied van waterstof en energie-infrastructuur, waaronder Nobian, nam ook deel.
donderdag 7 november 2024
Promovendus speelt belangrijke rol in haalbaarheid geavanceerde bio-raffinaderij
Arjan Smit mag zichzelf met recht een uitvinder noemen. Op vijf patenten in de bio-raffinage prijkt zijn naam bovenaan. Hij werkt al vijftien jaar bij TNO en in 2019 zocht hij de samenwerking op met de Utrechtse hoogleraar Pieter Bruijnincx om te promoveren en zijn werk een stap verder te brengen. De resultaten daarvan dragen nu voor een belangrijk deel bij aan de haalbaarheid van een geavanceerde bio-raffinaderij op demoschaal. Smit promoveerde op 4 november.
De bio-raffinaderij speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van een duurzame, op biomaterialen gebaseerde economie. Hier worden verschillende soorten biomassa, zoals snoei- en agrarisch restafval, bermgras, riet en zelfs notendoppen, omgezet in bouwstenen voor uiteenlopende producten, waaronder bouw- en verpakkingsmaterialen, coatings, bioplastics en biobrandstoffen. Bio-raffinaderijen zouden op termijn fossiele olieraffinaderijen kunnen vervangen, maar vooralsnog zijn ze vaak niet genoeg concurrerend, onder meer vanwege de hoge proceskosten.
Tijdens zijn promotieonderzoek, en in de periode daarvoor, heeft Smit, samen met een team van TNO, ontdekkingen gedaan die de concurrentiepositie en duurzaamheid van een bio-raffinaderij aanzienlijk verbeteren. Door te sleutelen aan het Organosolv-scheidingsproces, hebben zij een manier gevonden om op een kosten-efficiënte manier hoogwaardige groene bouwstenen, zoals cellulose, suikers en lignine, te isoleren uit biomassa.
Een andere belangrijke ontdekking betreft de flexibiliteit van het proces om deze stoffen te isoleren uit allerlei soorten biomassa-residuen: iets wat de haalbaarheid én duurzaamheid van een fabriek verder vergroot. “We kunnen nu tachtig tot vijfennegentig procent van de biomassa omzetten naar hoogwaardige groene bouwstenen”, aldus Smit. “Het nieuwe proces presteert uitstekend qua productopbrengst, economie én duurzaamheid, iets waar onderzoekers eerder niet in zijn geslaagd.”
Pieter Bruijnincx begeleidde Smit tijdens zijn promotieonderzoek. Hij is hoogleraar Duurzame Chemie & Katalyse en expert op het gebied van de verwaarding van biomassa, waaronder lignine en de karakterisering ervan. De samenwerking met Bruijnincx en de Universiteit Utrecht heeft wat Smit betreft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het proces om hoogwaardige lignine te isoleren. Lignine is een stof die van nature veel voorkomt in planten en kan worden gebruikt als basis voor allerlei toepassingen, zoals isolatieschuim, coatings en lijm voor bijvoorbeeld de bouwsector. Lignine is chemisch zeer complex en erg gevoelig voor afbraak onder te stevige procescondities. “Iets te veel energie en je krijgt platgekookte prut”, aldus Smit.
Mede dankzij de resultaten uit het onderzoek van Smit, werkt TNO, onder de vlag van Biorizon Shared Research Center en samen met Nederlandse en Europese partners, nu aan de ontwikkeling van een bio-raffinaderij op demonstratieniveau. Deze kleinschalige versie van een volwaardige fabriek verwerkt tot één miljoen kilo biomassa per jaar en zet verschillende soorten biomassa om in hoogwaardige bouwstenen, waaronder een hoogwaardige lignine. “Een geavanceerde bio-raffinaderij van dit type op demoschaal is een unieke ontwikkeling”, zegt Smit, die zelf, vanuit TNO, de marktimplementatie coördineert. Het is de bedoeling dat de fabriek groene bouwstenen gaat leveren voor de bouw- en constructiesector. “Dat is een bewuste keuze, omdat we in Nederland een grote ambitie hebben voor biobased bouwen”, licht Smit toe. “Maar de technologie kan voor van alles worden ingezet, van elektronica tot medicijnen.”
De bio-raffinaderij speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van een duurzame, op biomaterialen gebaseerde economie. Hier worden verschillende soorten biomassa, zoals snoei- en agrarisch restafval, bermgras, riet en zelfs notendoppen, omgezet in bouwstenen voor uiteenlopende producten, waaronder bouw- en verpakkingsmaterialen, coatings, bioplastics en biobrandstoffen. Bio-raffinaderijen zouden op termijn fossiele olieraffinaderijen kunnen vervangen, maar vooralsnog zijn ze vaak niet genoeg concurrerend, onder meer vanwege de hoge proceskosten.
Tijdens zijn promotieonderzoek, en in de periode daarvoor, heeft Smit, samen met een team van TNO, ontdekkingen gedaan die de concurrentiepositie en duurzaamheid van een bio-raffinaderij aanzienlijk verbeteren. Door te sleutelen aan het Organosolv-scheidingsproces, hebben zij een manier gevonden om op een kosten-efficiënte manier hoogwaardige groene bouwstenen, zoals cellulose, suikers en lignine, te isoleren uit biomassa.
Een andere belangrijke ontdekking betreft de flexibiliteit van het proces om deze stoffen te isoleren uit allerlei soorten biomassa-residuen: iets wat de haalbaarheid én duurzaamheid van een fabriek verder vergroot. “We kunnen nu tachtig tot vijfennegentig procent van de biomassa omzetten naar hoogwaardige groene bouwstenen”, aldus Smit. “Het nieuwe proces presteert uitstekend qua productopbrengst, economie én duurzaamheid, iets waar onderzoekers eerder niet in zijn geslaagd.”
Pieter Bruijnincx begeleidde Smit tijdens zijn promotieonderzoek. Hij is hoogleraar Duurzame Chemie & Katalyse en expert op het gebied van de verwaarding van biomassa, waaronder lignine en de karakterisering ervan. De samenwerking met Bruijnincx en de Universiteit Utrecht heeft wat Smit betreft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het proces om hoogwaardige lignine te isoleren. Lignine is een stof die van nature veel voorkomt in planten en kan worden gebruikt als basis voor allerlei toepassingen, zoals isolatieschuim, coatings en lijm voor bijvoorbeeld de bouwsector. Lignine is chemisch zeer complex en erg gevoelig voor afbraak onder te stevige procescondities. “Iets te veel energie en je krijgt platgekookte prut”, aldus Smit.
Mede dankzij de resultaten uit het onderzoek van Smit, werkt TNO, onder de vlag van Biorizon Shared Research Center en samen met Nederlandse en Europese partners, nu aan de ontwikkeling van een bio-raffinaderij op demonstratieniveau. Deze kleinschalige versie van een volwaardige fabriek verwerkt tot één miljoen kilo biomassa per jaar en zet verschillende soorten biomassa om in hoogwaardige bouwstenen, waaronder een hoogwaardige lignine. “Een geavanceerde bio-raffinaderij van dit type op demoschaal is een unieke ontwikkeling”, zegt Smit, die zelf, vanuit TNO, de marktimplementatie coördineert. Het is de bedoeling dat de fabriek groene bouwstenen gaat leveren voor de bouw- en constructiesector. “Dat is een bewuste keuze, omdat we in Nederland een grote ambitie hebben voor biobased bouwen”, licht Smit toe. “Maar de technologie kan voor van alles worden ingezet, van elektronica tot medicijnen.”
woensdag 6 november 2024
Groningen Seaports krijgt ruim € 4.4 miljoen voor waterstofleiding tussen Eemshaven en Delfzijl
Groningen Seaports krijgt een Europese subsidie van ruim 4.4 miljoen euro voor de aanleg van een innovatieve waterstofleiding tussen de Eemshaven en Delfzijl. Het geld komt uit het Just Transition Fund (JTF). Het Just Transition Fund is een Europees subsidieprogramma dat bijdraagt aan de overgang naar een Klimaatneutraal Europa. Gedeputeerde Henk Emmens overhandigde op 6 november tijdens de Groninger Promotiedagen in Martiniplaza symbolisch een cheque aan CEO Cas König van Groningen Seaports.
HyNetworkServices (HNS) werkt hard aan de aanleg van een landelijk hogedruk-transportnetwerk voor waterstof, waaronder ook een leiding tussen de Eemshaven en Delfzijl. Tijdige beschikbaarheid van groene waterstof is op dit moment een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor bedrijven in de Eemshaven en Delfzijl en van groot belang voor de verdere ontwikkeling van de duurzame industrie in de regio. De zogeheten 'Kickstartleiding' is een lagedruk-waterstofleiding die niet alleen aanzienlijk sneller aangelegd kan worden door een slimme aanlegtechniek, maar ook een hoge zuiverheid van waterstof als pluspunt heeft.
De Kickstartleiding is ontwikkeld onder regie van de stichting NorthGrid, die zich inzet voor de ontwikkeling van ondergrondse infrastructuur in Noord-Nederland.
Met de aanleg en ontwikkeling van de Kickstartleiding is een bedrag van 15 miljoen euro gemoeid. Het Just Transition Fund draagt hier 4,4 miljoen aan bij. Het JTF – ook wel het 'fonds voor een rechtvaardige klimaattransitie' - is een Europees fonds voor gebieden die het zwaarst worden getroffen door de overgang naar een groene economie. Hiermee wil de Europese Unie de sociaaleconomische ongelijkheid verkleinen. Het JTF komt voort uit de Europese Green Deal, het programma voor een klimaatneutraal Europa in 2050. Om deze overgang in Noord-Nederland te bereiken is 330 miljoen euro toegezegd tot 2027. In de komende jaren (t/m 2027) worden hiervoor meerdere subsidies beschikbaar gesteld.
Het JTF is uitgewerkt door de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân, de gemeente Emmen en de Arbeidsmarkttafel Noord-Nederland (een publieke samenwerking tussen de drie Noordelijke Arbeidsmarktregio’s - dit zijn de gemeente en UWV - en de drie noordelijke provincies). Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) voert de JTF-subsidies uit.
HyNetworkServices (HNS) werkt hard aan de aanleg van een landelijk hogedruk-transportnetwerk voor waterstof, waaronder ook een leiding tussen de Eemshaven en Delfzijl. Tijdige beschikbaarheid van groene waterstof is op dit moment een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor bedrijven in de Eemshaven en Delfzijl en van groot belang voor de verdere ontwikkeling van de duurzame industrie in de regio. De zogeheten 'Kickstartleiding' is een lagedruk-waterstofleiding die niet alleen aanzienlijk sneller aangelegd kan worden door een slimme aanlegtechniek, maar ook een hoge zuiverheid van waterstof als pluspunt heeft.
De Kickstartleiding is ontwikkeld onder regie van de stichting NorthGrid, die zich inzet voor de ontwikkeling van ondergrondse infrastructuur in Noord-Nederland.
Met de aanleg en ontwikkeling van de Kickstartleiding is een bedrag van 15 miljoen euro gemoeid. Het Just Transition Fund draagt hier 4,4 miljoen aan bij. Het JTF – ook wel het 'fonds voor een rechtvaardige klimaattransitie' - is een Europees fonds voor gebieden die het zwaarst worden getroffen door de overgang naar een groene economie. Hiermee wil de Europese Unie de sociaaleconomische ongelijkheid verkleinen. Het JTF komt voort uit de Europese Green Deal, het programma voor een klimaatneutraal Europa in 2050. Om deze overgang in Noord-Nederland te bereiken is 330 miljoen euro toegezegd tot 2027. In de komende jaren (t/m 2027) worden hiervoor meerdere subsidies beschikbaar gesteld.
Het JTF is uitgewerkt door de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân, de gemeente Emmen en de Arbeidsmarkttafel Noord-Nederland (een publieke samenwerking tussen de drie Noordelijke Arbeidsmarktregio’s - dit zijn de gemeente en UWV - en de drie noordelijke provincies). Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) voert de JTF-subsidies uit.