Nederland en Duitsland hebben een bilateraal verdrag ondertekend over de gezamenlijke en verantwoorde exploitatie van grens overstijgende koolwaterstoffenvelden in (een deel van) de territoriale zee ten noorden van het Eems-Dollard gebied.
Met het verdrag maken beide landen afspraken over de verdeling van de verwachte hoeveelheden van het gas in Duits-Nederlandse gasvelden, de verdeling van de kosten en opbrengsten van de winning tussen de vergunninghouders alsook de gasbaten voor zowel Nederland als Duitsland.
De ondertekening markeert het kabinetsdoel om de gasleveringszekerheid voor inwoners en bedrijven van ons land te borgen. De gaswinning in dit gebied versterkt niet alleen de leveringszekerheid van Nederland en onze buurlanden, maar draagt ook bij aan een sterkere Europese gasmarkt.
Leveringszekerheid en betaalbare, schone energie zijn voor Nederland, Duitsland en Europa cruciaal voor het behoud van onze welvaart, industrie, toekomstig verdienvermogen en concurrentiepositie. Onze landen zijn nauw met elkaar verweven op energiegebied en delen gedeelde energie- en klimaatdoelen. Zo hebben we niet alleen een geïntegreerde energie-infrastructuur, maar trekken we samen op bij leveringszekerheid en delen gezamenlijke ambities bij de ontwikkeling van onder andere windenergie op zee en waterstof.
Het bedrijf ONE-Dyas zal gas gaan winnen vanaf het N05-A platform uit het grensoverstijgende veld N05-A en eventueel andere aan te sluiten gasvelden in de bredere Gateway to the Ems (GEMS)-regio. De inschatting is dat het N05-A-veld, samen met omringende GEMS-velden, ongeveer 50 miljard m3 aardgas kunnen gaan opleveren over de komende 20 jaar.
Hiervoor zal het bedrijf gebruik maken van groene stroom van het nabijgelegen Duitse windpark Riffgat en is het platform lager gebouwd om minder zichtbaar te zijn vanuit de kust. Daarmee kan gas worden gewonnen op een relatief schone manier en met oog voor de omgeving.
Zo kan dit project direct concreet invulling geven aan het onlangs gesloten sectorakkoord om het resterende aardgas op de Noordzee verantwoord te winnen.
Daarnaast is het de intentie van ONE-Dyas om in een later stadium de mogelijkheid te verkennen voor een pilot voor offshore waterstof productie op het N05-A platform. Ook ziet men richting de toekomst potentie in dit gebied voor CO2-opslag. Hiermee kan de verdere ontwikkeling van het GEMS-gebied ook symbool komen te staan voor de toekomst van ons offshore energiesysteem en de systeemintegratie op zee.

donderdag 28 augustus 2025
dinsdag 26 augustus 2025
Kabinet: export van groene waterstof schaadt Nederlandse CO₂-reductie niet
De Nederlandse regering ziet geen probleem tussen het exporteren van groene waterstof naar België en het behalen van de nationale CO₂-reductiedoelen. Dat benadrukte minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) in antwoorden op Kamervragen van de BBB-fractie.
TotalEnergies neemt straks 65 procent van de productie af uit de nieuwe elektrolyser van Air Liquide op de Maasvlakte. Omdat dit project circa 50 miljoen euro aan subsidie ontvangt uit de regeling voor hernieuwbare waterstof (OWE), rees de vraag of export van een groot deel van de waterstof ten koste zou gaan van klimaatwinst in Nederland.
Volgens Hermans is dat niet het geval. De CO₂-reductie vindt plaats waar fossiele waterstof wordt vervangen door groene, en dat gebeurt in Nederland. Ook als een deel van de geproduceerde waterstof in het buitenland terechtkomt, wordt er in Nederland minder fossiele waterstof geproduceerd en dus minder CO₂ uitgestoten.
Air Liquide heeft meerdere waterstoffabrieken in Nederland die via hun netwerk zowel binnenlandse als buitenlandse klanten beleveren. Daardoor levert de omschakeling van fossiele naar groene productie sowieso CO₂-winst op, ongeacht de eindbestemming van de waterstof.
De minister wees er verder op dat de subsidie en een verbeterd regelgevend kader doorslaggevend waren voor de investering. Het OWE-programma drukt de prijs van groene waterstof en versterkt de concurrentiepositie van Nederland.
Volgens Hermans stimuleert het project de bredere ontwikkeling van een groene waterstofmarkt en levert het ook economische voordelen op voor Nederland, zelfs wanneer een deel van de productie wordt geëxporteerd.
TotalEnergies neemt straks 65 procent van de productie af uit de nieuwe elektrolyser van Air Liquide op de Maasvlakte. Omdat dit project circa 50 miljoen euro aan subsidie ontvangt uit de regeling voor hernieuwbare waterstof (OWE), rees de vraag of export van een groot deel van de waterstof ten koste zou gaan van klimaatwinst in Nederland.
Volgens Hermans is dat niet het geval. De CO₂-reductie vindt plaats waar fossiele waterstof wordt vervangen door groene, en dat gebeurt in Nederland. Ook als een deel van de geproduceerde waterstof in het buitenland terechtkomt, wordt er in Nederland minder fossiele waterstof geproduceerd en dus minder CO₂ uitgestoten.
Air Liquide heeft meerdere waterstoffabrieken in Nederland die via hun netwerk zowel binnenlandse als buitenlandse klanten beleveren. Daardoor levert de omschakeling van fossiele naar groene productie sowieso CO₂-winst op, ongeacht de eindbestemming van de waterstof.
De minister wees er verder op dat de subsidie en een verbeterd regelgevend kader doorslaggevend waren voor de investering. Het OWE-programma drukt de prijs van groene waterstof en versterkt de concurrentiepositie van Nederland.
Volgens Hermans stimuleert het project de bredere ontwikkeling van een groene waterstofmarkt en levert het ook economische voordelen op voor Nederland, zelfs wanneer een deel van de productie wordt geëxporteerd.
dinsdag 19 augustus 2025
De waterstofauto is dood
De waterstofauto, ooit geprezen als de zuivere toekomst van mobiliteit, ligt nu volledig op zijn dak. Autofabrikanten haken massaal af, tankstations worden gesloten en de pompstickers verdwijnen. Waar waterstof ooit werd gezien als de ideale mix van milieuvriendelijkheid, snel tanken en lange actieradius, blijkt de praktijk vooral te duur, complex en leeg te zijn.
Denk aan grote spelers als Shell, die hun Britse stations drie jaar geleden al sloot, en OMV in Oostenrijk. Dit jaar verdwijnen tientallen tankstations in Duitsland. In Nederland blijft slechts een handvol over – je hebt meer kans om een snelheidscontrole tegen te komen dan een werkende waterstoftank.
De cijfers liegen er niet om: zo’n 600.000 elektrische auto’s rijden er rond, tegenover slechts zo’n 600 exemplaren op waterstof – vergelijkbaar met de helft van een middelgrote Skoda-club op zondagochtend. En waterstofauto’s zijn ook erg prijzig: zo’n 70.000 euro voor een auto, terwijl je voor dat geld ook een Tesla of een ruime Kia EV9 kunt kopen. Dan kun je zelfs een caravan, twee e-bikes en een dakkoffer kopen, én nog op vakantie naar Frankrijk gaan. Terwijl je onderweg bij de snellader baguettes eet tijdens het wachten.
Technisch gezien is waterstof enorm inefficiënt: “Je stopt er stroom in, splitst water, vervoert het, slaat het op, en zet het weer om. Uiteindelijk hou je dertig procent over. Een batterijauto houdt negentig procent over.” En daarmee is de keuze snel gemaakt.
Het klassieke kip-en-eiprobleem blijft: er zijn geen auto’s zonder tankstations, en geen stations zonder auto’s. Politici blijven het idee verheerlijken – maar vergelijk dat met biobrandstoffen of de OV-chipkaart, en je snapt de ironie.
In de schamele markt blijven slechts twee modellen zichtbaar: de Toyota Mirai en Hyundai Nexo. Maar wie kent ze nog echt? Ze rijden nauwelijks, en er koopt bijna niemand meer een nieuwe.
Denk aan grote spelers als Shell, die hun Britse stations drie jaar geleden al sloot, en OMV in Oostenrijk. Dit jaar verdwijnen tientallen tankstations in Duitsland. In Nederland blijft slechts een handvol over – je hebt meer kans om een snelheidscontrole tegen te komen dan een werkende waterstoftank.
De cijfers liegen er niet om: zo’n 600.000 elektrische auto’s rijden er rond, tegenover slechts zo’n 600 exemplaren op waterstof – vergelijkbaar met de helft van een middelgrote Skoda-club op zondagochtend. En waterstofauto’s zijn ook erg prijzig: zo’n 70.000 euro voor een auto, terwijl je voor dat geld ook een Tesla of een ruime Kia EV9 kunt kopen. Dan kun je zelfs een caravan, twee e-bikes en een dakkoffer kopen, én nog op vakantie naar Frankrijk gaan. Terwijl je onderweg bij de snellader baguettes eet tijdens het wachten.
Technisch gezien is waterstof enorm inefficiënt: “Je stopt er stroom in, splitst water, vervoert het, slaat het op, en zet het weer om. Uiteindelijk hou je dertig procent over. Een batterijauto houdt negentig procent over.” En daarmee is de keuze snel gemaakt.
Het klassieke kip-en-eiprobleem blijft: er zijn geen auto’s zonder tankstations, en geen stations zonder auto’s. Politici blijven het idee verheerlijken – maar vergelijk dat met biobrandstoffen of de OV-chipkaart, en je snapt de ironie.
In de schamele markt blijven slechts twee modellen zichtbaar: de Toyota Mirai en Hyundai Nexo. Maar wie kent ze nog echt? Ze rijden nauwelijks, en er koopt bijna niemand meer een nieuwe.
dinsdag 12 augustus 2025
'Waterstofproductie in Nederland versterkt de hele Europese industrie'
Dat Nederland honderden miljoenen euro’s subsidie steekt in waterstofprojecten waarvan de productie en CO2-credits deels over de grens verdwijnen, zorgt bij sommigen voor gefronste wenkbrauwen. Deze reactie is Nederlands op z’n kleinst, vindt Tjeerd Jongsma van ISPT.
Dat waterstof en de CO2-voordelen naar het buitenland gaan, is irrelevant. Dit is namelijk precies hoe het hoort te werken in een verenigd Europa met grensoverschrijdende regio’s waarbinnen nauw wordt samengewerkt.
Nederland ligt aan zee, heeft een open economie en uitstekende logistieke verbindingen met het grote Europese achterland. Export is de basis van onze industrie. In de duurzame industrie in de naaste toekomst zal dit niet anders zijn. Het gaat erom dát we groene waterstof produceren, niet of die binnen onze landsgrenzen blijft.
Kijk bijvoorbeeld naar een staalfabriek: die stond vroeger in Luik, maar staat tegenwoordig aan de kust omdat daar de grondstoffen en energie binnenkomen. De energietransitie volgt dezelfde logica. Waterstofproductie vindt plaats waar het efficiëntst is – aanlanding aan zee, distributie over het continent.
Dit debat is tekenend voor hoe men in Nederland over verduurzaming denkt. We zijn geneigd alles af te meten aan nationale doelstellingen. Als we een serieuze speler willen zijn in de energietransitie, moeten we echter uitzoomen en ons sterker richten op Europese samenwerking. De waterstofmarkt is bij uitstek grensoverschrijdend. De industrie in Rotterdam, Antwerpen en het Ruhrgebied functioneert als één geïntegreerd systeem. Wie wijst op 'verlies' naar het buitenland, mist de realiteit van hoe die industrie werkt.
Als we eisen dat alle gesubsidieerde waterstof in Nederland blijft, maken we de markt kunstmatig klein. Dan werkt het systeem niet en dan zetten we onszelf buitenspel. We moeten stoppen met stemmingmakerij vanuit een ‘old-school’ perspectief: die is contraproductief. In plaats daarvan moeten we onze blik richten op het bredere perspectief van de economisch belangrijke regio Noordwest-Europa binnen de EU. Deze projecten - zoals die met groene waterstof - zijn geen ‘probleem’, maar juist onderdeel van de oplossing voor een geslaagde transitie naar een ‘net-zero’ economie.
Dat waterstof en de CO2-voordelen naar het buitenland gaan, is irrelevant. Dit is namelijk precies hoe het hoort te werken in een verenigd Europa met grensoverschrijdende regio’s waarbinnen nauw wordt samengewerkt.
Nederland ligt aan zee, heeft een open economie en uitstekende logistieke verbindingen met het grote Europese achterland. Export is de basis van onze industrie. In de duurzame industrie in de naaste toekomst zal dit niet anders zijn. Het gaat erom dát we groene waterstof produceren, niet of die binnen onze landsgrenzen blijft.
Kijk bijvoorbeeld naar een staalfabriek: die stond vroeger in Luik, maar staat tegenwoordig aan de kust omdat daar de grondstoffen en energie binnenkomen. De energietransitie volgt dezelfde logica. Waterstofproductie vindt plaats waar het efficiëntst is – aanlanding aan zee, distributie over het continent.
Dit debat is tekenend voor hoe men in Nederland over verduurzaming denkt. We zijn geneigd alles af te meten aan nationale doelstellingen. Als we een serieuze speler willen zijn in de energietransitie, moeten we echter uitzoomen en ons sterker richten op Europese samenwerking. De waterstofmarkt is bij uitstek grensoverschrijdend. De industrie in Rotterdam, Antwerpen en het Ruhrgebied functioneert als één geïntegreerd systeem. Wie wijst op 'verlies' naar het buitenland, mist de realiteit van hoe die industrie werkt.
Als we eisen dat alle gesubsidieerde waterstof in Nederland blijft, maken we de markt kunstmatig klein. Dan werkt het systeem niet en dan zetten we onszelf buitenspel. We moeten stoppen met stemmingmakerij vanuit een ‘old-school’ perspectief: die is contraproductief. In plaats daarvan moeten we onze blik richten op het bredere perspectief van de economisch belangrijke regio Noordwest-Europa binnen de EU. Deze projecten - zoals die met groene waterstof - zijn geen ‘probleem’, maar juist onderdeel van de oplossing voor een geslaagde transitie naar een ‘net-zero’ economie.
maandag 11 augustus 2025
Kabinet investeert 700 miljoen euro in elektrolysers
Op 11 augustus 2025 maakte het kabinet bekend ruim 700 miljoen euro subsidie toe te kennen aan elf Nederlandse bedrijven die grote elektrolysers gaan bouwen voor de productie van groene waterstof. Deze installaties hebben samen een vermogen van maar liefst 602 megawatt—meer dan driemaal het vermogen van de grootste waterstoffabriek die momenteel in Nederland in aanbouw is.
Met deze stap wil het kabinet een aanzienlijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van de industrie en de transportsector. De geproduceerde waterstof—gemaakt via elektrolyse met hernieuwbare elektriciteit uit wind en zon—is bedoeld voor raffinaderijen, chemische bedrijven en tankstations, en moet helpen de CO₂-uitstoot fors te verminderen.
Het subsidiebedrag komt uit de tweede ronde van de regeling Opschaling volledig hernieuwbare Waterstof via Elektrolyse (OWE). Hoewel er bijna 1 miljard euro beschikbaar was, werd uiteindelijk ruim 700 miljoen verdeeld onder de projecten—uit de in totaal 3,2 miljard euro aan aanvragen.
Minister Hermans van Klimaat en Groene Groei benadrukte dat het zelf produceren van groene waterstof in eigen land cruciaal is voor de energie-onafhankelijkheid van Nederland. Deze investering zou daarom zowel noodzakelijk als strategisch logisch zijn.
Met deze stap wil het kabinet een aanzienlijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van de industrie en de transportsector. De geproduceerde waterstof—gemaakt via elektrolyse met hernieuwbare elektriciteit uit wind en zon—is bedoeld voor raffinaderijen, chemische bedrijven en tankstations, en moet helpen de CO₂-uitstoot fors te verminderen.
Het subsidiebedrag komt uit de tweede ronde van de regeling Opschaling volledig hernieuwbare Waterstof via Elektrolyse (OWE). Hoewel er bijna 1 miljard euro beschikbaar was, werd uiteindelijk ruim 700 miljoen verdeeld onder de projecten—uit de in totaal 3,2 miljard euro aan aanvragen.
Minister Hermans van Klimaat en Groene Groei benadrukte dat het zelf produceren van groene waterstof in eigen land cruciaal is voor de energie-onafhankelijkheid van Nederland. Deze investering zou daarom zowel noodzakelijk als strategisch logisch zijn.